De taxisector en de autobus- en autocarsector zijn belangrijke schakels in ons vervoerssysteem. De vraag naar taxi- en busvervoer viel ten gevolge van de corona-crisis zwaar terug en de economische impact is zeer groot. Daarom keurde de Vlaamse regering op voordracht van Vlaams viceminister-president en Vlaamse minister van Economie Hilde Crevits en Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open Vld) een reeks aan steunmaatregelen goed in de vorm van subsidies, overbruggingskredieten en achtergestelde leningen.
Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open Vld): “Het is belangrijk dat deze mobiliteitssectoren ook in de toekomst hun rol kunnen blijven innemen in ons vervoerssysteem. De voorziene steunmaatregelen moet de sector ademruimte bieden en hen ondersteunen zodat ze na deze moeilijke periode actief kunnen blijven”.
Vlaams minister van Economie en Werk Hilde Crevits (CD&V): “De voorbije maanden lagen het taxiverkeer en de busritten bijna volledig stil, nu komt dat stilaan weer op gang. In een sector waar de vaste kosten voor de voertuigen vaak hoog oplopen, is een steunmaatregel dan ook meer dan welkom. Met onder andere de achtergestelde leningen zorgen we er met ons economisch instrumentarium voor dat bedrijven de financiële ruimte krijgen om verder actief te blijven zonder hun aantal voertuigen te moeten afbouwen.”
Autobus- en autocarsector: premie en overbruggingskrediet
De autobus- en autocarsector kende een omzetdaling van ongeveer 80%, doordat tal van busritten voor scholen en bedrijven wegvielen en busritten in de vrijetijdssector niet mogelijk waren. Deze sector is tegelijk een zeer kapitaalintensieve sector (voertuigenpark en infrastructuur). De steunmaatregelen zijn dan ook bedoeld als tussenkomst in de vaste kosten die de sector moest blijven dragen gedurende deze periode. Voertuigen zijn de belangrijkste vaste kost voor de autobus- en autocarsector en daarom zijn de steunmaatregelen gebaseerd op de aankoopprijs van de autobussen en autocars. Er wordt een totaal premiebudget voorzien van 15.540.000 euro voor de autobus- en autocarsector. De premie wordt berekend op basis van de aankoopwaarde van de voertuigen die worden ingezet voor het bijzonder geregeld vervoer en het ongeregeld vervoer. Autobus- en autocarbedrijven die in aanmerking wensen te komen voor deze premie, kunnen vanaf 17 juli 2020 een aanvraag indienen via: https://www.coronasteun-ta.mow.vlaanderen.be. Aanvragen kunnen ingediend worden tot en met 31 augustus 2020.
Daarnaast zal PMV in naam en voor rekening van het Vlaamse Gewest een achtergestelde coronalening aanbieden. Hierdoor kan men eerst gaan lenen bij een klassieke bank en dan een bijkomende lening afsluiten bij PMV waardoor er extra ademruimte gegeven wordt aan de sector om er bovenop te komen. Autobus- en autocarbedrijven kunnen een lening bekomen op basis van hun voertuigpark. Het maximaal kredietbedrag bedraagt maximaal 1,5% van de aankoopwaarde van de in aanmerking komende voertuigen.
Het totaal pakket dat men kan ontvangen mag nooit meer bedragen dan 200.000 euro per autobuss- of autocarbedrijf gezien Europa dit als maximale grens heeft opgelegd gezien het anders als staatssteun aanzien wordt.
Taxisector: overbruggingskrediet
De taxisector is tijdens de coronacrisis blijven rijden maar desondanks kende de sector een omzetdaling van meer dan 90%. Om ook hier de toekomst te verzekeren en gezien hun specifieke rol in het kader van basisbereikbaarheid, wordt er een overbruggingskrediet voorzien. De voertuigen zijn de belangrijkste vaste kost voor taxibedrijven en bedrijven die voertuigen verhuren met bestuurder. Net daarom zijn de steunmaatregelen voor deze sector gebaseerd op de omvang van hun wagenpark.
Bedrijven die in aanmerking wensen te komen voor deze achtergestelde lening dienen ten laatste tegen 31 augustus 2020 een aanvraag in via https://www.coronasteun-ta.mow.vlaanderen.be. Het maximale kredietbedrag voor de achtergestelde lening bedraagt 2.000 euro per voertuig. Dit komt overeen met de geraamde gemiddelde vaste kost voor een voertuig.
Vlaamse luchthavenexploitanten: eenmalige facultatieve subsidie
De Covid-19 crisis heeft ook een sterke impact op de Vlaamse regionale luchthavens gehad. Het passagiersverkeer werd het hardst getroffen, in het tweede kwartaal van 2020 viel het aantal passagiersvluchten zo goed als volledig weg. Dit heeft een groot gevolg op de liquiditeitspositie van de luchthavenexploitanten. Hierdoor kent de Vlaamse regering een eenmalige facultatieve subsidie toe.
De exploitatie van de Vlaamse regionale luchthavens is van strategisch belang voor het Vlaams gewest. De Luchthavens zijn economische poorten die een motorfunctie vervullen binnen de Vlaamse economie, zo zorgen ze voor toegevoegde waarde en werkgelegenheid. Om de liquiditeit van de luchthavenexploitanten te verzekeren, worden volgende bedragen toegekend: 500.000 euro aan de LEM Antwerpen en aan de Lem Oostende-Brugge en 300.000 euro aan de NV ILKW.