Gezinnen willen graag meer tijd voor de zorg en de opvang van hun kinderen en familie. Dat blijkt uit het laatste deel van de gezinsenquête die in 2021 werd afgenomen. Een goede balans vinden tussen gezin en werk is voor ouders cruciaal, maar niet altijd even eenvoudig. Door de pandemie konden ouders minder aankloppen bij familieleden of vrienden voor hulp. Veel ouders moeten ook beroep doen op betaalde hulp voor de zorg en opvang van de kinderen. Drie kwart van de werkende ouders kan wel rekenen op begrip van de werkgever bij familiale problemen, iets wat veel bijdraagt aan het gevoel gezin en werk te kunnen combineren. Daarnaast stijgt ook het aantal gezinnen dat hulp verleent aan personen binnen en/of buiten het gezin.
“De maatregelen tijdens de coronapandemie hebben het belang van een goede work-life balans heel duidelijk gemaakt. Het is positief dat veel werkgevers hier tegemoet aan komen, maar het blijft een aandachtspunt. Daarom moeten we blijven zorgen voor laagdrempelige ondersteuning. De Zorgzame Buurten bijvoorbeeld kunnen hiertoe bijdragen. Gezinnen kunnen dan rekenen op hun buurt, wanneer de ondersteuning via familie of vrienden niet lukt. We zien ook dat het aantal gezinnen dat mantelzorg of hulp verleent aan iemand binnen of buiten het gezin toeneemt. Dat is opvallend, maar vooral positief, ten opzichte van de vorige gezinsenquête.” – Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits
Combinatie gezin en werk
Een goede combinatie van gezin en werk is voor ouders erg belangrijk maar niet altijd evident, zo blijkt uit de enquête. De werkzaamheidsgraad bij ouders in Vlaanderen is hoog. Van de ouders die werken, werken vaders gemiddeld 43 uur per week en moeders gemiddeld 35 uur. 1 op 10 ouders werkt zelfs meer dan 50 uur per week.
Een derde van de werkende ouders geeft aan dat ze activiteiten van het gezin moeten missen door de hoeveelheid tijd die ze aan het werk moeten besteden. Meer dan 20% geeft aan dat ze hun kinderen ooit al een buitenschoolse activiteit hebben moeten ontzeggen omdat ze het niet gecombineerd kregen met het werk.
Voor de zorg en opvang van hun kinderen moeten werkende ouders dan vaak een beroep doen op hulp. Omwille van de pandemie konden ouders bij de afname van de gezinsenquête in het voorjaar van 2021, hiervoor minder bij de grootouders terecht.
25% van de ouders geeft aan dat ze tijdens schoolvakanties gebruik moeten maken van speelpleinwerking, vakantiekampen of vakantieopvang, omdat men niet voldoende verlof heeft of omdat men moet werken. Dit cijfer verdubbelt voor gezinnen wiens jongste kind tussen 3 en 6 jaar is. Van de gezinnen die gebruik maken van vakantieopvang, geeft de helft aan dat het om meer dan 20 dagen per jaar gaat, oftewel bijna een volledige werkmaand. Door de pandemie konden ouders ook minder aankloppen bij familieleden of vrienden voor hulp.
Uit de resultaten van de gezinsenquête blijkt verder dat een deel van de ouders meer tijd wilt voor het gezin en dat ze zelf meer willen kunnen instaan voor de opvang. Ze wensen meer vakantiedagen om dit te kunnen realiseren. Ook thuiswerken biedt een oplossing, net als het beter afstemmen van de school- en werkuren.
Belang van een gezinsvriendelijke werkgever
Ouders die kunnen rekenen op het begrip van de werkgever bij familiale problemen, geven veel vaker aan dat gezin en werk goed te combineren zijn.
Voor 73% van de werkende ouders is het niet zo moeilijk om op korte termijn een dag verlof te nemen. De meerderheid van de ouders kan de eigen vakantiedagen ook vrij kiezen (66%) en kan gemakkelijk ouderschapsverlof opnemen (59%). 40% van de ouders kunnen van thuis werken, tijdelijk deeltijds werken en overuren omzetten in vakantiedagen. Iets meer dan de helft van de ouders kan op een werkdag de kinderen naar school of de opvang brengen zonder hiervoor verlof te moeten nemen. Bijna de helft kan met de kinderen op een werkdag naar bijvoorbeeld de dokter of de tandarts zonder verlof te moeten nemen. 25% van de ouders kan hun kind ophalen aan de schoolpoort, meer dan 40% kan dit niet.
Er zijn wel verschillen naargelang de job die men uitoefent. Wie tewerkgesteld is in een arbeidersstatuut kan veel minder gemakkelijk gebruik maken van deze flexibiliteit op het werk en kan nauwelijks van thuis uit werken.
Verdeling gezinstaken
De gezinsenquête toont nog altijd een hoofdzakelijk traditioneel rollenpatroon in de Vlaamse gezinnen. Zorgtaken - zowel de ‘dagelijkse zorg voor de kinderen’ als ‘het managen of regelen van die zorg’ - zijn doorgaans voor de moeder, net als de routinetaken in het huishouden. Klussen en onderhoud van huis en tuin zijn dan weer voor de vader. Moeders nemen dus vaker dan vaders zorgtaken op en maken hiervoor gebruik van verlofstelsels, werken vaker deeltijds of helemaal niet.
Uit de resultaten van de gezinsenquête blijkt dat veel ouders een evenwichtigere verdeling van deze taken zouden willen maar dat ze vooral meer tijd zouden willen of vroeger thuis zouden willen zijn om de zorg voor de kinderen beter te kunnen organiseren. Veel moeders wensen een betere verdeling van de zorgtaken en/of dat hun partner meer/vroeger thuis is om mee zorgtaken op te nemen. Ook vaders wensen dit. Ze geven meermaals aan dat ze liever meer zorgtaken zouden kunnen opnemen en dat het werk daarbij de grootste hindernis is.
Mantelzorg
Bijna 1 op de 4 gezinnen biedt hulp aan een gezinslid met specifieke zorgbehoeften en /of aan personen buiten het gezin. Dit is beduidend en significant meer dan in 2016, toen 14% van de gezinnen dit rapporteerde. Alle bevraagde vormen van mantelzorg zijn toegenomen, maar de zorg buiten het gezin het meest.
Ook in dit kader blijkt dat gezinnen vooral meer tijd vragen. In de eerste plaats om (meer) voor de hulpbehoevende persoon te kunnen zorgen, maar soms ook om meer tijd voor zichzelf te hebben, omdat men zich overbelast voelt door de zorg. Daarnaast is er ook vraag naar meer toegankelijkere hulp. Onder andere de kostprijs en de beschikbaarheid van hulp in de buurt zijn soms drempels zijn om formele hulp in te schakelen.
Over de gezinsenquête
De Vlaamse overheid wil met de gezinsenquête in kaart brengen hoe gezinnen in Vlaanderen het gezinsleven ervaren, wat ze daarbij moeilijk vinden, wat ze nodig hebben en wat ze belangrijk vinden in een goed gezinsbeleid. De gezinsenquête werd afgenomen bij meer dan 3.000 ouders in het voorjaar van 2021. De gepubliceerde rapporten zijn terug te vinden op www.gezinsenquête.be.
Themarapport Opgroeien werksituatie gezinnen
Tegelijk met de gezinsenquête publiceert het agentschap Opgroeien een themarapport op haar website met kerncijfers over tewerkstelling van gezinnen, maar ook van jongeren. De tijd die kinderen doorbrengen in en buiten het eigen gezin hangt nauw samen met de werksituatie van de ouders en de mate waarin ouders toegang hebbe
n tot gezinsvriendelijke maatregelen, zoals ouderschapsverlof. Werk is ook een belangrijke factor voor de welvaart in het gezin. Het is daarom van belang om zicht te houden op diverse aspecten van de werksituatie (zoals arbeidsparticipatie, arbeidsregime, werkintensiteit, ouderschapsverlof, …) in een gezin en om ook de werksituatie van vaders en moeders apart te belichten. In het themarapport worden zowel cijfers op kindniveau als cijfers op ouderniveau besproken. Bij de jongvolwassenen kijkt Opgroeien niet alleen naar de ouders, maar ook naar de jongeren zelf door cijfers op te nemen over de evolutie van het aantal jongeren zonder werk of opleiding, zogenoemde NEET-jongeren. Het aandeel NEET-jongeren in de leeftijdsgroep 15-24 jaar in Vlaams Gewest en België behoort in 2021 bij de laagste van de EU-27 landen.