Gezondheid

De behandeling van patiënten met borstkanker in Vlaanderen geeft almaar betere resultaten. Specialisatie zichtbaar belangrijk. Daarom denkt minister van Welzijn Hilde Crevits de erkenning in te trekken van klinieken met te weinig patiënten.

Een op de zeven vrouwen in ons land krijgt ooit borstkanker, of zo'n 10.000 vrouwen per jaar. Uit nieuwe cijfers die het Vlaams Instituut voor Kwaliteit van Zorg (VIKZ) vandaag publiceert, blijkt dat de overlevingskans van borstkankerpatiënten vijf jaar na de behandeling is behaald: van 91,6 procent in de jaren 2009 tot 2013 naar 94,1 procent in de periode 2014-2018. In dezelfde periode groeide ook het aantal patiënten dat geen tweede operatie na een borstsparende ingreep moest ondergaan: van 85,7 naar 90,9 procent.

De positieve trend is te danken aan zowel medische innovatie als specialisatie. 'De genezingskansen zijn de voorbije jaren inderdaad vooral als gevolg van betere medicatie en betere organisatie', beaamt borstchirurg Peter van Dam (UZA). 'Een ziekenhuis dat meer patiënten behandeld, kan die gemakkelijker multidisciplinair begeleiden, met een radioloog, een oncoloog enzovoort.'

Gebrek aan transparantie

Uit een rapport dat het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg dit voorjaar ontdekt, was al gebleken dat er onder ziekenhuizen aanzienlijke verschillen zijn. Een behandeling buiten een erkende borstkliniek gaf 30 procent meer kans op overlijden binnen de vijf jaar.

Resultaten per ziekenhuis maken het Kenniscentrum niet bekend - een gebrek aan transparantie is federaal wel vaker een kwaal. Maar dat probeert het Vlaams Instituut voor Kwaliteit van Zorg tegen te gaan door online gegevens per ziekenhuis te publiceren. 'Je kunt stellen dat de overlevingskansen in Vlaanderen goed zijn, maar er is nog steeds een verschil tussen ziekenhuizen', zegt VIKZ-directeur Svin Deneckere. 'Het maakt dus uit waar u behandeld wordt.'

Tot de betere leerlingen van de klas horen het UZA (in Antwerpen) en AZ Sint-Lucas (in Brugge). AZ Monica (Antwerpen) en AZ Turnhout scoren dan gemiddeld. Jean-Paul Sion, de hoofdarts van AZ Monica, vraagt ​​de cijfers met een korrelzout te nemen. 'Het aantal patiënten dat we behandelen, is niet gigantisch groot, waardoor één patiënt meer of minder veel verschil maakt', zegt hij.

Sion dat niet alle factoren die mogelijke invloed hebben op de sterftegraad in beslag worden genomen, denk aan onderliggende ziektes. De onderzoekers van het VIKZ erkennen dat, maar geven aan dat het onmogelijk is dat te doen. Het neemt niet weg dat Sion de cijfers 'ernstig neemt'. 'De afgelopen jaren hebben we de opvang van patiënten geprofessionaliseerd en onze behandeling gespecialiseerd, zowel wat chirurgie, chemotherapie als oncologie betreft', zegt hij. 'We werken ook samen met het UZA en lopen nog gesprekken met andere ziekenhuizen.'

Ook het AZ Turnhout beklemtoont de invloed van variabele. 'Door bevolkingsfactoren krijgen wij te maken met meer agressieve borstkankers, waarbij het sterfterisico hoger ligt', zegt borstchirurg Dirk Servaes. Het gevolg is een lichte verandering in de overlevingskans na vijf jaar. 'Maar we zijn tevreden met het resultaat van de meeste indicatoren, met bovengemiddelde scores voor bijvoorbeeld tijdige doorverwijzingen en ook minder tweede operaties na een borstsparende ingreep.'

Bemoedigend

Dit eerder besloten federale minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) al dat een behandeling alleen nog wordt vergoed in erkende borstklinieken. Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits (CD&V) wil met deze nieuwe cijfers nog verder gaan en de erkenning van borstklinieken intrekken als ze te weinig patiënten behandelen. Voor een traditioneel centrum ligt de lat op 125 patiënten per jaar, voor een satellietcentrum op zestig. Wel geeft Crevits aan eerst met de sector over de resultaten te zullen overleggen.

Ward Rommel, expert kankerzorg bij Kom Op Tegen Kanker, vindt de cijfers bemoedigend. Ook hij vindt de publicatie van de resultaten een goede zaak. 'Het biedt patiënten de kans om verrassende keuzes te maken en geeft de ziekenhuizen prikkels om verder te investeren in de kwaliteit van de behandeling.'

'Gesprekken via de Kankerlijn geven aan dat patiënten of hun naasten naar deze informatie op zoek zijn. We vragen dan ook dat er nog voor meer soorten kankergegevens komen, net als gegevens over de levenskwaliteit van patiënten na hun behandeling.'

U kunt zelf de nieuwe resultaten per ziekenhuis opzoeken op de site www.zorgkwaliteit.be.

Christoph Meeussen