De crèche in Oosterzele is vorige week gesloten vanwege kindermishandeling, werd uitgebaat door een moeder en haar dochter. Ook in drie andere crèches waar het voorbije jaar ernstige feiten aan het licht kwamen, waren de verantwoordelijken familieleden. En dat is geen toeval, zegt een expert.

Het valt op dat in de crèches waar het voorbije jaar ernstige feiten van kindermishandeling aan het licht zijn gekomen, de uitbating in handen bleek van familieleden. Van 't Sloeberhuisje in Mariakerke (waar een baby stierf) over Mippie en Moppie in Keerbergen (waar een peuter vastgebonden werd) tot De (B)Engeltjes in Oudenaarde (waar kinderen gebeten en oprichting werden): over het algemeen hadden de uitbaters familiebanden. In kinderopvang Olio in Oosterzele bleek dat opnieuw het geval. <<Dat is geen toeval>>, zegt professor gezinspedagogie Michel Vandenbroeck (UGent). <<Zonder een steen te willen werpen naar iedereen die in familieverband een kinderopvang uitbaat, maar het risico op grensoverschrijdend gedrag is in dat soort crèches effectief groter.>> De auteur van het boek 'Negen is te veel' akte meer dan dertig jaar onderzoek naar kinderopvang en heeft als geen ander zicht op de sector in Vlaanderen. <<Ik zie drie risicofactoren die voorkomen in de soorten organisaties die vaak voorkomen.>>

1. Gebrekkige opleiding

<<Veel crèches die door familieleden worden uitgebaat zijn zogenaamde 'minicrèches' waar ze twee personen ontmoetten — bijvoorbeeld moeder en dochter — achttien kindjes mogen worden opgevangen. Voor die voorzieningen heeft de Vlaamse overheid de lat qua kwaliteit erg laag gelegd. Er is weinig screening en er zijn quasi geen opleidingsvereisten. Simpel gezegd: iedereen kan zo'n crèche uitbaten.>>

<<Opleiding is niet belangrijk. Ik ben een enorme bevestiging van het verplichten van een minimale opleiding als vereist om een ​​crèche te mogen uitbaten, maar dat is politiek ingrijpend. Er is zo'n groot tekort in bepaalde regio's dat men vreest dat strengere opleidingsvoorwaarden het probleem nog groter zouden kunnen maken. In 2014 heeft men nochtans beslist dat tegen 2024 iedereen in de sector over een minimum aan opleiding moet beschikken, maar de laatste keer dat ik de cijfers heb gezien, was dat nog lang niet het geval. Ik denk zelfs niet dat we 2024 halen. Ondertussen blijven nieuwe mensen instromen die crèches openen zonder deftige opleiding. Dat is dweilen met de kraan open.>>

2. Onvoldoende steun en sociale controle

<<In crèches waar in gezinsverband gewerkt wordt, is het risico groter dat de sociale controle gebrekkig verloopt. Als je moeder hardhandig met de kinderen omgaat, ga je als dochter aangeven bij de Zorginspectie? Een medewerker zonder familieband zal mogelijk sneller de overheid van politie inlichten als hij of zij iets opmerkt dat niet pluis is.>>

<<Bovendien staan ​​mensen in zo'n familiale opvang er vaak alleen voor. Crèches binnen een grotere organisatie gaan over pedagogische ondersteuning waarbij je terechtkan als het even niet loopt zoals het moet. Zelfstandige uitbaters die hebben de ondersteuning geblokkeerd niet. Ze zijn aan hun stuk overgelaten en dan kan het sneller fout lopen. Met een groep van experts zijn we daarom een ​​plan aan het voorbereiden voor Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits (CD&V) waarin we pleiten voor meer samenwerking tussen kleinere, familiale crèches. Verenig die in grotere netwerken op lokaal niveau, zodat ze van elkaar kunnen leren, elkaar kunnen steunen en elkaar sociaal kunnen controleren.>>

3. Te weinig financiering

<<Waarom baat iemand een crèche uit? Niet alleen omdat hij of zij graag met kinderen werkt, maar ook om geld te verdienen. De meeste gezinscrèches zitten echter op de laagste trap van subsidiëring en moeten het maximale aantal opvangen om er op het einde van de maand nog iets aan te houden. Crèches die beter gesubsidieerd kunnen worden, hebben iets meer ademruimte of kunnen meer medewerkers in dienst nemen.>>

<<Vanuit financieel vanaf een zelfstandige uitbater logischerwijs naar maximale bezetting. Maar eigenlijk is dat ontzettend zwaar en zorgt ervoor dat de kwaliteit omlaag gaat. Minister Crevits heeft onlangs ruim 38 miljoen euro uitgetrokken om de inkomsten van de laagst gesubsidieerde crèches op te krikken. Alleen is het de vraag of geld integraal besteed zal kunnen worden, wil wie meer subsidies wil, moet aan hogere opleidingsvoorwaarden voldoen. En laat dat nu net één van de grote problemen zijn binnen de sector van gezinscrèches.>>

JEROEN BOSSAERT