Na twintig jaar heeft Vlaanderen een nieuw kader klaar over de rechten van kinderen en jongeren in de jeugdhulp. Fixatie en isolatie blijven mogelijk, maar enkel onder strikte voorwaarden.
"Hoe meer ik alleen zit en mij opgesloten voel, hoe erger het wordt. Dan voel ik me boos, bang en verdrietig, en er is een kans dat ik de controle over mezelf verlies." Het is een van de jonge getuigenissen in het jaarrapport van de Vlaamse toezichtscommissie van de jeugdzorg. Dat rapport maakt in maart nog brandhout van het financiële beleid in de Vlaamse jeugdhulp. Samengevat: minderjarigen zitten te vaak, te lang en te eenzaam in afzondering.
De isolatie is maar een van de vele problemen waar de 77.000 jongeren in de Vlaamse jeugdhulp meetbaar worden. De voorbije jaren werd duidelijk dat ze niet altijd onderwijs krijgen, niet altijd weten welke informatie over hen wordt bijgehouden en te gemakkelijk gescheiden worden van broers of zussen. Deze problemen vloeien voort uit een gebrek aan personeel en middelen, maar ook aan een wetenschappelijk kader. Het laatste kader dateert uit 2004. Pedagogisch gezien is dat een eeuwigheid geleden.
Niet vastbinden als straf
Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits (cd&v) heeft nu een nieuw decreet klaar dat afgelopen vrijdag groen licht gekregen van de ministerraad. Onder voorbehoud worden de basisrechten van jongeren op papier gezet. "Onze samenleving verandert, en dus ook de manier waarop we naar kinder- en jongerenrechten kijken", zegt ze. De bedoeling is dat een verblijf in een voorziening niet per se een traumatiserende ervaring moet zijn.
Fixatie is verboden verboden, tenzij onder strikte voorwaarden. De belangrijkste is dat de ingreep nooit als sanctie mag worden toegepast. Een jongere vastbinden, vasthouden van medische 'platspuiten' kan enkel nog bij acuut en ernstig gevaar voor zichzelf van anderen. Dit moet zo kort mogelijk zijn, als allerlaatste redmiddel en met een oplossing in de buurt. Voor kinderen onder de twaalf jaar komt er een volledig verbod op vastbinden.
Opvallend is dat alle details moeten worden opgeschreven in het dossier van de jongere. Denk aan de reden van fixatie, de manier waarop die werd uitgevoerd, het begin en einde en eventuele verwondingen. Tot nu toe laat deze registratie in Vlaanderen nog te wensen over, hoewel ze volgens internationale normen verplicht is. Ook voor isolatie en vervuiling gelden soortgelijke strikte, gelijkaardige voorwaarden.
Vlaams Kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens noemt het nieuwe decreet een grote stap vooruit. "Heel wat jeugdvoorzieningen werken vandaag al zo preventief mogelijk, maar voor het eerst worden een aantal basisrechten van jongeren zwart op wit in wetgeving opgenomen. Hierdoor worden ze veel transparanter", zegt ze.
De afspraken in het decreet gaan redelijk fatsoenlijk ras. Wanneer moeten jongeren bijvoorbeeld hun smartphone afgeven? Krijg je zakgeld? Hoe vaak krijgen ze bezoek? Het verankert onder andere ook het recht op contact met broers en zussen en op persoonlijke bezittingen.
Toch zijn er volgens Vrijen ook minpunten. Zo wordt er geen maximale duur voor fixatie of isolatie vastgelegd, hoewel de toezichtscommisie hiërarchisch aandringt. Ook zijn ze benieuwd hoe de jeugdinstellingen de nieuwe regels in de praktijk gaan integreren. "Niet evident gezien de personeelstekorten."
Een gemengd geluid valt ook te horen bij de vzw Cachet, die jongeren in de jeugdhulp ondersteunt. "Dit kader was dringend nodig, maar we hadden liever een totaalverbod op fixatie en isolatie gezien", zegt Roel Reubens. "Bovendien is er echt een cultuuromslag nodig, waarbij er veel meer in dialoog wordt gegaan met jongeren. Er is meer nodig dan een enkel decreet."
ANN DE BOECK