Om meer kwetsbare mensen naar werk te begeleiden kiest Vlaams minister van Werk Hilde Crevits voor een lokale aanpak. Door mensen in hun vertrouwde omgeving zoals thuis of aan de schoolpoort persoonlijk aan te spreken, voorziet minister Crevits de komende twee jaar minstens 2.400 mensen aan de slag te helpen. Daarbovenop wordt 10 miljoen euro aan Europese middelen voorzien om nog meer lokale projecten te kunnen opzetten in Vlaanderen, goed voor de tewerkstelling van nog eens 4000 extra personen vanaf 2024. Dat heeft minister Crevits aangekondigd tijdens een bezoek aan IN-Z in Hasselt.
“Om de arbeidsmarktkrapte tegen te gaan, moeten we de vijver van het arbeidsmarktpotentieel verbreden. Vlaanderen kent een grote zogenaamde ‘arbeidsreserve’, een groep van mensen die zich niet (meer) aanbieden op de arbeidsmarkt of zich nog nooit aangeboden hebben. Om die groep te kunnen bereiken, moeten we letterlijk de straat op. Zo spreekt de sociale onderneming IN-Z herintreders, zoals bijvoorbeeld huismoeders, aan de schoolpoort of bij hen thuis aan om hen te enthousiasmeren voor een opleiding of tewerkstelling. Die aanpak is tijdsintensief, maar werpt vruchten af en is dé manier om meer mensen aan het werk te krijgen. Het doel is om op die manier dit en volgend jaar samen 2.400 mensen extra aan de slag te helpen. Tegelijk willen we via lokale partnerschappen die persoonlijke, gerichte aanpak breed verspreiden over Vlaanderen en verschillende initiatieven samenbrengen. Zo willen we vanaf 2024 nog eens minstens 4.000 mensen bereiken.” – Vlaams minister van Werk en Sociale Economie Hilde Crevits
Vlaams minister van Werk en Sociale Economie Hilde Crevits bracht vandaag een bezoek aan de site van IN-Z in Hasselt waar onder andere het sociaal restaurant Klavertjevier en het digipunt gevestigd zijn. IN-Z is een sociale onderneming actief in Limburg, Antwerpen en Vlaams-Brabant, met als missie personen met een afstand tot de reguliere arbeidsmarkt te vinden, onthalen en begeleiden naar werk. IN-Z stelt 1200 mensen tewerk, waarvan 1032 actief zijn in de dienstenchequesector en de lokale diensteneconomie.
Aan de schoolpoort
De sociale onderneming heeft een project lopen waarbij herintreders, zoals bijvoorbeeld huismoeders, aan de schoolpoort worden aangesproken om hen te stimuleren opleiding te volgen en tegelijk ook meteen betaald aan de slag te gaan. Het project mikt op de groep niet-beroepsactieven, in plaats van werkzoekenden. Die aanpak werkt om mensen te bereiken voor wie gaan werken omwille van afstand tot de arbeidsmarkt, scholing of culturele elementen geen evidentie is.
De groep van medewerkers bestaat voor 91% uit vrouwen. Eén op de drie is van buitenlandse afkomst en afkomstig uit 70 verschillende landen. Meer dan de helft van de medewerkers (54%) is ouder dan 55 jaar. Drie vierde van medewerkers is kortgeschoold. Een 80-tal begeleiders en trainers staan in voor werving, selectie, onthaal en begeleiding op de werkvloer. Uitgangspunt is steeds de talenten en competenties van werkwillige kandidaten die ‘on the job’ worden versterkt. IN-Z gaat hiervoor onder andere werkarme vrouwen opzoeken, aanspreken en begeleiden en opleiden tot ze uiteindelijk tewerkgesteld kunnen worden als digicoach of medewerker in het sociaal restaurant.
Ruth Claes, algemeen directeur van IN-Z is blij met de komst van de minister: “Wij zijn heel blij dat de minister vandaag bij ons op bezoek komt. Haar aanwezigheid voelt ook als een erkenning voor 25 jaar sociaal werkgeverschap en hoe wij dat aanpakken. Wij activeren via werk in contracten van onbepaalde duur, met een lage instroomdrempel. Mensen inspraak geven, flexibel omspringen met hun noden en mogelijkheden, is nu eenmaal dé weg naar talentvalorisatie. Onze vindplaatsgerichte projecten, zoals KunstWerk waarvoor we Europese steun krijgen, vloeien daaruit voort. We hopen zeker daar in de toekomst nog meer in te kunnen betekenen.”
Sinds 2019 zijn door soortgelijke intensieve trajecten als bij IN-Z in Vlaanderen bijna 2.000 mensen aan de slag gegaan. De komende twee jaar wil minister Crevits op die manier nog eens minstens 2.400 mensen aan de slag helpen.
Bijna 10 miljoen euro voor aanpak op maat
Het bereiken van niet-beroepsactieven en kwetsbare werkzoekenden is vandaag één van de prioriteiten in de aanpak van de arbeidsmarktkrapte, maar gebeurt vaak nog te versnipperd. Zowel VDAB, lokale besturen als ESF Vlaanderen hebben elk hun eigen programma’s en trajecten, maar werken vaak nog naast elkaar. Dat moet anders en daarom trekt Vlaams minister van Werk Hilde Crevits samen met ESF Vlaanderen 9,9 miljoen euro uit om die aanpak te veranderen. Het doel is om op die manier tussen 2024 en 2027 minstens 4.000 mensen, zoals bijvoorbeeld (allochtone) huismoeders en huisvaders, aan werk te helpen.
De middelen zijn bedoeld om over heel Vlaanderen lokale partnerschappen op te richten waarmee gericht en efficiënt toegewerkt kan worden naar een werkzaamheidsgraad van 80%. Er zal niet langer projectmatig en apart van elkaar gewerkt worden. De partnerschappen werken samen in functie van de meest kwestbare niet-beroepsactieven en werkzoekenden. Zij krijgen op die manier een heel persoonlijke aanpak die zorgt voor een langdurige, duurzame tewerkstelling. ESF, VVSG, VDAB, Antwerpen en Gent zijn nu een voorbereidingsproces gestart met de bedoeling om vanaf 2024 lokale partnerschappen te kunnen ondersteunen.