Vandaag heeft de Vlaamse Regering op voorstel van minister Crevits verschillende maatregelen genomen om het personeel in de woonzorgcentra te versterken. Met deze maatregelen wil minister Crevits de werkdruk op de vloer verminderen. Het gaat onder meer over de financiële ondersteuning van jobstudenten deze zomer, de financiering van meer medewerkers in de basiszorg en de verhoging van de vergoeding van de anciënniteit. Daarnaast zet ze ook stappen om de schotten tussen de sectoren verder af te breken. Het gaat om een investering van 31 miljoen euro.
“Het personeel in onze woonzorgcentra doet elke dag fantastisch werk. Maar de werkdruk ligt hoog en het zijn vaak moeilijke uren. Daarom nemen we verschillende maatregelen op korte en langere termijn om het personeel te ondersteunen en de werkdruk te verlichten. We willen ook meer mensen de kans geven om te kiezen voor een job in woonzorgcentra. Het maximaal aantal anciënniteitsjaren die we vanuit de overheid financieren, is op dit moment ongelijk tussen kwalificaties, terwijl elke persoon met een hart voor de bewoners welkom is. Niet alleen de zorg is belangrijk, ook de levenskwaliteit van de bewoners is voor mij essentieel.” - Hilde Crevits
Jobstudenten
Om de werkdruk in de woonzorgcentra tijdens de vakantie te verminderen, worden woonzorgcentra vanuit Vlaanderen gestimuleerd om jobstudenten aan te nemen voor ondersteunende taken zoals logistiek, keuken en onthaal. Concreet zullen woonzorgcentra in de periode van 1 juli 2024 tot en met 30 september 2024 financiering krijgen voor het inzetten van jobstudenten voor deze ondersteunende taken. Het gaat om een vergoeding van 19,15 euro per uur. Deze maatregel kende de voorbije jaren heel wat succes, toen namen ongeveer 10.800 jobstudenten die ondersteunende taken op in de woonzorgcentra.
Verhoging van de anciënniteit
Momenteel komt de Vlaamse overheid tussen in de loonkost van verpleegkundigen, zorgkundigen en personeel voor reactivering. Voor verpleegkundigen is de anciënniteit die maximaal gefinancierd kan worden op dit moment begrensd op 16 jaar, voor zorgkundigen en personeel voor reactivering gaat het om maximaal 12 jaar anciënniteit.
Minister Crevits heeft beslist om de vergoeding van de anciënniteitsjaren te verhogen tot 16 jaar voor zorgkundigen en personeel voor reactivering. Op die manier willen we medewerkers met een langere loopbaan stimuleren om aan de slag te gaan in de zorg. Het zorgt er ook voor dat woonzorgcentra deze extra kosten rond anciënniteit niet moeten doorrekenen in de dagprijs van de bewoners.
Het gaat over een investering van 10,3 miljoen euro per jaar.
Focus op levenskwaliteit en zorg
In de woonzorgcentra werken momenteel verpleegkundigen en zorgkundigen, maar ook mensen die breder inzetbaar zijn (personeel voor reactivering). Het gaat om specifieke psychologische ondersteuning, behandeling door een kinesist, palliatieve begeleiding, het aanbieden van gerichte activiteiten voor bewoners met dementie, … Zij hebben een grote impact op de woon- en leefervaring van de bewoners.
Vandaag besliste minister Crevits dat alle bacheloropleidingen toegelaten zullen worden in de ondersteuning en begeleiding van de bewoners. Deze diploma’s zullen mee gefinancierd worden door de overheid. Meer personeel op de vloer, meer activiteiten en meer aanwezigheid is immers belangrijk. Mensen zonder zorgdiploma, maar met de juiste competenties en affiniteit zijn ook heel welkom in de woonzorgcentra.
Minister Crevits wil ook de personeelsinzet op de vloer verhogen, door meer medewerkers te financieren in de basiszorg. Op die manier geven we een antwoord op de complexe zorgnoden van bewoners in de woonzorgcentra. Dit zal gebeuren door de financiering van het boven norm personeel op te trekken. Momenteel staat dit op 15%, het wordt verhoogd naar 15,75%. Het gaat om zo’n extra 150 VTE of 9,7 miljoen euro op jaarbasis.
Afbreken van schotten tussen de sectoren
Er zijn verschillende uitdagingen voor de toekomst in de langdurige zorg. Verschillende pioniers werken momenteel al innovatief en over de sectoren heen aan deze zorg. Maar zij botsen op muren, regels en drempels die momenteel te veel administratie of onderhandelingen vragen, wat nieuwe initiatieven afschrikt en verdere innovatie of samenwerking moeilijk maakt. Het gaat bijvoorbeeld om verschillen in regelgeving rond de financiering van personeel, het al dan niet mogen stellen van bepaalde handelingen, flexibelere inzet erkende zorgvormen,... Daarom wil minister Crevits de schotten tussen de sectoren verder afbreken en samenwerken stimuleren.
Minister Crevits voorziet bijna 6 miljoen euro, gespreid over een periode van 4 jaar. Op die manier wil ze drempels wegwerken en zorgen voor een duurzame verankering door regelgeving aan te passen aan de zorg van de toekomst.
“We hebben de voorbije jaren al verschillende stappen gezet om samenwerkingen over sectoren heen te stimuleren. Want de zorg die een persoon nodig heeft, is niet altijd in een hokje terug te brengen. Zorgen worden ook complexer. Maar we gaan nog stappen moeten zetten, de schotten tussen de sectoren verder moeten afbreken. We moeten loskomen van het denken in erkenningen en subsidies per sector. De persoon met een zorgnood moet centraal staan, en de zorg moet flexibel kunnen inspelen op die noden. Niet meer denken in een aandoening, beperking, ouderdom, … maar de zorg bieden die iemand nodig heeft. Dat gebeurt nu al op diverse plaatsen en die samenwerking en cocreatie zal nog belangrijker worden als we ook in de toekomst langdurige zorg willen blijven organiseren.” - Hilde Crevits