Vlaams minister van Sociale Economie Hilde Crevits heeft vandaag haar beleidsnota ‘sociale economie 2024-2029’ voorgesteld in het Vlaams Parlement. Met een investering van 30 miljoen creëert minister Crevits de komende legislatuur minstens 1.000 bijkomende jobs in de sociale economie, in het bijzonder in het collectief maatwerk in Vlaanderen. Er komen ook gerichte campagnes om de samenwerking tussen de sociale en reguliere economie te verbeteren en het potentieel van de sterke Vlaamse sociale economie-ondernemingen ten volle te benutten.
De Vlaamse arbeidsmarkt staat onder toenemende druk. Hoewel er vandaag meer mensen aan het werk zijn dan ooit, blijft het invullen van openstaande vacatures een uitdaging. Een omvangrijk potentieel op onze arbeidsmarkt blijft onbenut: zo bedraagt de werkzaamheidsgraad van mensen met een arbeidsbeperking vandaag slechts 47,3% tegenover 76,8% in de totale bevolking. Ook zij willen en kunnen van grote betekenis zijn op de arbeidsmarkt, maar vinden om diverse redenen vaak nog moeilijk duurzaam en betaald werk.
“Een hogere werkzaamheidsgraad is belangrijk om tekorten op de arbeidsmarkt aan te vullen, maar vooral ook om kwetsbare mensen beter bij de samenleving te betrekken en daarbij ook hun levenskwaliteit te versterken”, zegt Vlaams minister van Sociale Economie Hilde Crevits. “Met ons goed uitgebouwd collectief maatwerk en het relatief nieuwe individueel maatwerk hebben we daar in Vlaanderen nochtans sterke hefbomen voor. De komende jaren engageer ik mij dan ook ten volle om die beide hefbomen nog te versterken en nog meer mensen met een arbeidsbeperking kansen te geven.”
1000 extra jobs in de sociale economie
Om meer kansen op werk te garanderen voor mensen met een arbeidsbeperking, blijft Vlaams minister Hilde Crevits investeren in extra plaatsen. Deze legislatuur wordt daarom 30 miljoen euro uitgetrokken om minstens 1.000 extra jobs in de sociale economie, in het bijzonder in collectief maatwerk te realiseren. Ook de enclavewerking, waarbij een ploeg maatwerkers onder begeleiding gaat werken in andere bedrijven, wordt verder uitgebouwd.
Collectief maatwerk startte in 2019 met gemiddeld 19.392 plaatsen en is ondertussen uitgegroeid tot 20.614 plaatsen. Van 2019 tot 2023 waren deze plaatsen gemiddeld voor 92% ingevuld. In totaal telt Vlaanderen in 2024 126 maatwerkbedrijven. De sector, die meer dan 30.000 mensen (doelgroepwerknemers én omkadering) tewerkstelt en goed is voor een brutomarge van meer dan één miljard euro, is vandaag een belangrijke pijler in de Vlaamse economie.
Individueel maatwerk stimuleren
Individueel maatwerk ging op 1 juli 2023 van start. Bij individueel maatwerk kunnen werkgevers voor de aanwerving en tewerkstelling van personen met een arbeidsbeperking rekenen op een ondersteuning in de vorm van ofwel een loonpremie ofwel een loonpremie gecombineerd met een begeleidingspremie. Ook zelfstandigen met een arbeidsbeperking kunnen een beroep doen op een ondersteuningspremie. Individueel maatwerk richt zich tot alle werkgevers.
Bedrijven uit de sector van de menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening dienden het vaakst dossiers individueel maatwerk in. Maar de maatregel won het afgelopen jaar ook aan bekendheid in andere sectoren zoals de openbare besturen en administratieve en ondersteunende diensten. In 2023 werden al meer dan 6.800 premies individueel maatwerk goedgekeurd. De motor slaat dus duidelijk aan, maar er is nog veel potentieel.
Met een gerichte communicatiecampagne zullen werkgevers in het reguliere arbeidscircuit warm gemaakt worden om nog meer in te zetten op individueel maatwerk. Vlaams minister Hilde Crevits: “Via individueel maatwerk blijven we bedrijven uit de reguliere arbeidsmarkt ondersteunen om mensen met een arbeidsbeperking tewerk te stellen. Van lokaal bestuur tot lokaal restaurant, van de bakker om de hoek tot de lokale drukkerij: iedereen kan met individueel maatwerk aan de slag om hun bedrijf of kmo te versterken. Met een nieuwe communicatiecampagne zullen we hen daartoe verder stimuleren en sensibiliseren en we blijven werken aan het wegnemen van zoveel mogelijk drempels voor de aanwerving van personen met een arbeidsbeperking.”
Betere toeleiding naar de sociale economie en samenwerking met reguliere economie
Sociale economie-ondernemingen maken integraal deel uit van onze economie. Maar de samenwerking tussen de sociale en reguliere economie kan nog veel beter. “Nog te vaak kijken onze bedrijven naar het buitenland om bepaalde taken uit te besteden terwijl er in onze Vlaamse sociale economie-ondernemingen zoveel kennis, passie en talent aanwezig is. Door hun krachten te bundelen, kunnen beide sectoren elkaar versterken in het creëren van een inclusief en zorgzaam Vlaanderen. Elk bedrijf hier, groot of klein, zou de reflex moeten ontwikkelen om eerst te kijken naar wat er voor hun taken mogelijk is binnen onze sterke Vlaamse sociale economie alvorens de blik naar buiten te richten.”, zegt Vlaams minister Hilde Crevits. Om dat collectief en individueel maatwerk meer te stimuleren, worden in de toekomst gerichte communicatiecampagnes opgezet.
Ook het aanpakken van de moeizame beoordeling én toeleiding van doelgroepwerknemers naar jobs in de sociale economie of in het reguliere circuit is een absolute prioriteit. Hoewel de cijfers een positieve evolutie tonen – in 2023 stroomden er 472 personen uit de sociale economie uit naar het normaal economisch circuit terwijl dat er in 2020 nog maar 246 waren - blijven de processen te traag verlopen waardoor beschikbare vacatures niet tijdig of zelfs niet ingevuld worden. Zo gaat talent verloren. Minister Crevits gaat daarrond in overleg met de bevoegde minister van Werk, VDAB en de verschillende stakeholders in de sector om een concreet actieplan uit te werken zodat de beoordeling (indicering) en toeleiding van potentiële maatwerkers vlotter en beter kan verlopen.