Brexit: Vlaamse vissers kunnen blijven vissen in Britse wateren

Publicatiedatum

Auteur

Liese Vleirick-Lecluyse

Deel dit artikel

 Vlaams minister van Economie, Landbouw en Visserij Hilde Crevits reageert opgelucht dat er een akkoord is tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk. Vlaamse vissers zullen de eerste jaren verder tong, zeeduivel, roggen en pladijs mogen vangen in Britse wateren. Toch zal de impact op de visserijsector groot zijn. Zij verdienen nu specifieke aandacht zodat een leefbare visserij in Vlaanderen mogelijk blijft.

“Ik wens de onderhandelaars – Michel Barnier en voorzitter Von der Leyen in het bijzonder- uitdrukkelijk te danken voor hun volgehouden inspanningen. Het is een goede zaak dat er een akkoord is tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk en dat onze vissers de komende jaren zullen kunnen blijven vissen in Britse wateren. Er stond bijzonder veel op het spel voor onze Vlaamse economie in het geheel. Inzake visserij is het een werkbaar akkoord maar het is duidelijk dat de sector mee de tol van dit akkoord betaalt gezien de visquota de komende jaren aanzienlijk verminderd zullen worden. We moeten de visserijsector nu ten volle ondersteunen om hem leefbaar te houden op langere termijn.” - Hilde Crevits  

 

Het akkoord tussen de EU en het VK heeft een enorme impact op de visserijsector. De belangen voor onze Belgische vissersvloot in het kader van Brexit zijn groot. Ongeveer de helft van onze visserijproducten komt uit de Britse wateren. De vissersvloot is klein, maar veerkrachtig met 65 vaartuigen en een rechtstreekse en onrechtstreekse tewerkstelling van om en bij de 2.500 werknemers. Inzake het visserijdossier zijn drie punten belangrijk voor de Vlaamse visserijsector: toegang tot de Britse wateren, de quota verdeling tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk en de concrete afspraken tussen de EU en het VK over de wijze waarop de Europese Unie kan reageren indien de Britten na dit akkoord de quota alsnog eenzijdig zouden aanpassen.

 

Nog niet alle details van het akkoord zijn momenteel gekend, maar  wat we al meekregen is dat de toegang tot de Britse wateren verzekerd zou blijven voor een periode van 5,5 jaar. Het gaat hier ook om de toegang tot de 6-12 mijlszone voor schepen die vandaag al actief zijn in deze zone. De 6-12 mijlszone is de zone voor de Britse kust waar onze visserij vandaag erg actief is. Specifiek voor het voortbestaan van de visserijactiviteiten van een 30-tal kleinere vaartuigen, is deze zone belangrijk.

 

Het is een goede zaak dat er nu een transitieperiode is afgesproken, maar een langere transitieperiode was beter geweest voor onze vissers. Ons streefdoel lag oorspronkelijk op 10 jaar. Vlaamse vissers zullen zich nu versneld moeten aanpassen aan de nieuwe situatie en mogelijks betekent dit ook dat ze op zoek moeten naar nieuwe visgronden en nieuwe vistechnieken. Dit is moeilijk, gezien onze vissers momenteel nog geen ervaring hebben op andere visgronden, omdat ze al eeuwen toegang hebben tot Britse wateren.

 

Hoe het quotabeheer van de visbestanden, die gezamenlijk beheerd worden, na de transitieperiode zal verlopen, is momenteel nog niet duidelijk. Na de transitie zullen we jaarlijks moeten onderhandelen met de Britten over quota en toegang. Voor het aspect van de toegang blijft het Privilege Charter een relevant juridisch document.

 

Wat betreft de visquota, hebben de onderhandelingsteams een akkoord gevonden waarbij 25% van de waarde die Europese vissersboten vandaag opvissen in Britse wateren, wordt teruggegeven aan de Britten. Vissoorten die sterk aanwezig zijn in Britse wateren als tong, roggen, zeeduivel en pladijs zijn erg belangrijk voor de Vlaamse vissers. Dit heeft dus serieuze gevolgen voor de Vlaamse vissers. De precieze impact die de sector hiervan onmiddellijk vanaf 1 januari zal voelen, is nog niet duidelijk. Er zullen ook afspraken tussen de verschillende Europese landen gemaakt moeten worden over hoe om te gaan met de gewijzigde vismogelijkheden gedurende de transitieperiode. Wat betreft de transitieperiode, maakten de onderhandelingsteams ook afspraken over hoe de Europese Unie kan reageren indien het Verenigd Koninkrijk ervoor kiest om na de transitieperiode de teruggavepercentages op te schroeven. Hierover zijn nog weinig details bekend.

 

Minister Crevits blijft in de komende weken nauw contact houden met de Rederscentrale, de visveiling en de meest betrokken lidstaten om de volledige impact in te schatten. Daarbij blijft de levensvatbaarheid van de visserijsector op langere termijn prioriteit nummer een. Er is alvast ook een nieuwe webpagina voorzien om de vissers en de bedrijven zo gericht en snel mogelijk te informeren.

 

Vlaams minister van Visserij Hilde Crevits: “Vissers hebben nog toegang tot de Britse wateren na 1 januari. Dat is belangrijk. Toch komt dit akkoord heel hard aan bij onze vissers. Het is nu van belang om zo snel mogelijk concreet zicht te krijgen op de details van het akkoord om de impact volledig te kunnen inschatten; We ondersteunen de visserijsector in de komende maanden en zetten alle zeilen bij om hen door deze woelige tijden te loodsen.” 

 

 

Brexit pagina van het Departement Landbouw en Visserij:

https://lv.vlaanderen.be/nl/nieuws/brexit-impact-voor-landbouw-en-zeevisserij

 

 

 

Nieuws

Minister Hilde Crevits vraagt Verenigd Koninkrijk om inspectierapporten van gecontroleerde vaartuigen te delen

Vlaams minister van Zeevisserij Hilde Crevits wil dat de inspectierapporten van de 5 gecontroleerde Belgische vaartuigen in Britse wateren vorige maand gedeeld worden. Ze heeft die vraag gesteld tijdens een gesprek over de Belgisch-Britse visserijrelaties met de Britse Ambassadeur in België Anne Sherriff. De vangst van de vaartuigen werd verzegeld en de boordcomputers werden in beslag genomen.

Eenvoudigere en snellere subsidieprocedure voor werken aan parochiekerken

Vlaams minister voor Binnenland Hilde Crevits vereenvoudigt voor lokale besturen en kerkbesturen de procedure voor de toekenning van subsidies voor renovatiewerken en her- en nevenbestemmingen van parochiekerken. Momenteel duurt de huidige procedure gemiddeld 2 tot 3 jaar vooraleer ze aan de werken mogen beginnen. Die termijn verkort aanzienlijk doordat de werken al vanaf het moment van de subsidieaanvraag kunnen aangevat worden.

Maatschappelijke Oriëntatie en Nederlands Tweede taal steeds belangrijker in inburgeringstraject

Vorig jaar volgden 19.435 mensen de cursus Maatschappelijke Oriëntatie (MO), een essentieel onderdeel van het inburgeringstraject. Ook het aantal cursussen Nederlands Tweede Taal blijft hoog. De cijfers van de jaarverslagen 2024 van AMAL vzw, Atlas Antwerpen en het Agentschap Integratie en Inburgering tonen een groeiende instroom, meer cursussen en hogere slaagcijfers.