De eerste screeningsronde van herkomstlanden waarmee Vlaanderen samenwerkt voor interlandelijke adoptie is afgerond door het agentschap Opgroeien. Vijf landen werden onderzocht. De samenwerking met Portugal, Colombia en Zuid-Afrika wordt verdergezet. Voor de samenwerking met Kazachstan zal een bezoek ter plaatse gebeuren om meer duidelijkheid te krijgen over een aantal belangrijke zaken. Met Vietnam wordt de samenwerking stopgezet omdat er onvoldoende garanties zijn dat de rechten van kinderen die in aanmerking komen voor adoptie en hun gezin gewaarborgd worden. Dat heeft minister Crevits bevestigd tijdens een gedachtewisseling in de commissie Welzijn.
Als er kinderen zijn waarvoor we iets kunnen betekenen, dan moeten we onze ogen daar niet voor sluiten. Precies daarom geloven we in een toekomst voor interlandelijke adoptie. Maar die toekomst kunnen we alleen waarborgen als we de brede samenleving en alle betrokkenen, de kinderen zelf, maar ook hun ouders, en adoptieouders de best mogelijke garanties geven dat we er alles aan gedaan hebben om wantoestanden uit te sluiten. Het Agentschap Opgroeien heeft een zeer intensieve screening uitgevoerd. We willen zeker weten dat gezinnen niet onder druk worden gezet om kinderen af te staan, dat er niet geraakt wordt aan de rechten van het kind of dat er financiële belangen met een adoptie gemoeid zijn.” - Hilde Crevits
Midden 2021 gaf de Vlaamse Regering de opdracht om de samenwerking met herkomstlanden in het kader van interlandelijke adoptie te screenen. Die screening moet de context waarin interlandelijke adopties gebeuren scherper stellen om mogelijke wanpraktijken voortaan te vermijden. Het agentschap Opgroeien werkte op basis van de krijtlijnen die de regering vastlegde in een gedetailleerd beslissingskader uit. Internationale organisaties met expertise in jeugdbescherming en kinderrechten zoals UNICEF, Internationale Social Service (ISS) en Child Identity Protection (CHIP) werden ingeschakeld om een zo correct mogelijk beeld te schetsen van de samenwerkingsrelatie in elk herkomstland op basis van contacten met lokale autoriteiten, NGO’s en organisaties die betrokken zijn bij jeugdhulp en adoptietrajecten. Zowel geadopteerden als de interlandelijke adoptiediensten in Vlaanderen kregen de kans om alle informatie mee te beoordelen. Het Vlaams Centrum voor Adoptie van het agentschap Opgroeien velde het uiteindelijke eindoordeel.
Eerste screeningsronde
Vijf landen maakten deel uit van de eerste screeningsronde: Portugal, Colombia, Zuid-Afrika, Kazachstan en Vietnam. Voor Portugal, Colombia en Zuid-Afrika gaf de screening de bevestiging dat een verdere rechtstreekse samenwerkingsrelatie met Vlaanderen opportuun is en verdere afspraken gemaakt kunnen worden. Kazachstan kleurt oranje: dat betekent dat een bezoek ter plaatse nodig is voor een definitieve beslissing kan worden genomen. Voorlopig kon er immers slechts in zeer beperkte mate in contact getreden worden met de bevoegde autoriteiten in het land. Een werkbezoek moet een antwoord bieden op de vraag of een duurzame samenwerkingsrelatie voor adoptie met Kazachstan mogelijk is. In afwachting van meer duidelijkheid loopt de samenwerking intussen door. De komende maanden worden ook de 15 andere herkomstlanden, waarmee Vlaanderen op dit moment een adoptierelatie heeft, nog tegen het licht gehouden.
Vietnam
Voor Vietnam is wel een definitieve beslissing genomen om af te zien van een verdere samenwerking in het kader van interlandelijke adopties. Deze beslissing werd onder meer genomen na de vaststelling dat niet alleen de overheid of een rechtbank, maar ook voorzieningen zelf beslissen of een kind al dan niet in aanmerking komt voor adoptie. Bovendien is er geen transparantie rond de effectieve kost van een adoptie voor kandidaat-adoptanten. Ook de praktische toepassing om toestemming te vragen aan de ouders of voogd van een kind om over te gaan tot adoptie is onvoldoende geregeld. Er werden onduidelijke criteria gehanteerd om te beslissen wanneer een kind in aanmerking komt voor adoptie. Voor Vlaanderen zijn dit voldoende alarmbellen om, net als Denemarken in 2018, geen interlandelijke adopties meer toe te laten vanuit Vietnam.
Waarnemend administrateur-generaal van Opgroeien Bruno Vanobbergen: “Een dergelijk grondige screening werd in het verleden nog nooit uitgevoerd. Op basis van internationale onderzoeken, adviezen van kinderrechtenorganisaties en contacten met de bevoegde autoriteiten in de verschillende landen werd die inschatting gemaakt. Ook geadopteerden zelf en adoptiediensten werden betrokken bij de evaluatie. De beslissing om voortaan niet meer samen te werken met Vietnam werd genomen na een intensief traject. Op basis van verschillende signalen en vaststellingen kunnen we niet garanderen dat elke adoptie rechtmatig tot stand komt. Gezinnen, kandidaat-adoptanten, op de wachtlijst die hebben aangegeven een kind uit Vietnam te willen adopteren, kunnen zich heroriënteren naar de herkomstlanden waar Vlaanderen wel nog mee samenwerkt.”