Europese visserijraad legt quota visvangst voor eerste 3 maanden 2021 vast

Publicatiedatum

Auteur

Liese Vleirick-Lecluyse

Deel dit artikel

Op de jaarlijkse Europese visserijraad werd een akkoord bereikt waarmee de vissers zekerheid werd geboden over de visquota die ze in de eerste 3 maanden van 2021 zullen kunnen gebruiken. Minister Crevits heeft hier gepleit voor voldoende zekerheid dat onze Belgische vissers na nieuwjaar hun activiteiten kunnen verder zetten, en dit ook bekomen. Minister Crevits heeft verder het belang voor onze vissers voor de toegang tot de Britse wateren benadrukt, inclusief toegang tot de 12-mijlszone, met behoud van voldoende vangstmogelijkheden. Voor de bestanden die zich gedeeltelijk in de Britse wateren bevinden, kunnen de vissers nu langs de EU-zijde hun activiteiten starten op 1 januari 2020.

“Normaal gezien worden de quota op jaarbasis vastgelegd, maar door de onduidelijkheid rond de Brexit werd nu een tijdelijke oplossing gevonden. Ik ben opgelucht dat we nu voor onze vissers zekerheid hebben over wat ze in de eerste 3 maanden volgend jaar mogen vangen in afwachting van meer duidelijkheid over de toekomstige vangstmogelijkheden in Britse wateren” - Hilde Crevits  

Elk jaar in december wordt er op Europees niveau beslist hoeveel vis de verschillende lidstaten het volgende jaar in de verschillende zeegebieden mogen opvissen. Dit jaar is de situatie anders omdat er nog geen beslissing is gevallen over de Brexit.  De helft van de visvangst van de Belgische vissers komt uit Britse wateren. Om de visbestanden zoveel mogelijk op een duurzaam niveau te houden wordt er rekening gehouden met wetenschappelijke adviezen. De Belgische vissers werken actief mee aan de gegevensverzameling die nodig is voor de opmaak van de wetenschappelijke adviezen onder begeleiding van de Rederscentrale en het wetenschappelijk team van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingonderzoek (ILVO).

Voor 2021 heeft de Europese Commissie een tijdelijke oplossing uitgewerkt

De Europese lidstaten hebben afgesproken om hun vissers toelating te geven om maximaal 25% van hun vangstmogelijkheden van het afgelopen jaar 2020, op te vissen  in het eerste kwartaal van 2021. De vissers mogen dit combineren met een beperkt gedeelte van de hoeveelheden die ze dit jaar niet konden opvissen. Dit om de seizoensgebonden visserij die in de eerste maanden van het jaar in verhouding groter is dan later in het jaar, alle kansen te geven. Concreet is deze toelating vooral belangrijk voor de vangsten van tong en schol in het Kanaal. In de Westelijke wateren kunnen onze vissers naast de gewone hoeveelheid voor tong, schol en zeeduivel meer scharretong vangen. Daarnaast zijn er ook gebieden waar onze vissers in het eerste kwartaal niet komen zoals de Golf van Biscaje.


In een volgende Europese Visserijraad, in de eerste maanden van 2021, worden dan de definitieve vangstmogelijkheden voor 2021 vastgelegd.

België was al van bij het begin voorstander van deze ‘roll over’-aanpak, gelet op de tijdsnood en de blijvende onzekerheid over de lopende Brexit-onderhandelingen. Door de meest pragmatische oplossing naar voor te schuiven heeft de visserijsector toch enig houvast in deze onzekere tijden. Toch stelt de beperkte beschikbaarheid ook de Belgische visserijsector voor uitdagingen, vooral voor de visbestanden waarvoor ze slechts beperkte jaarlijkse vangstmogelijkheden heeft of voor haar seizoensgebonden visserij in het oostelijk deel van het Kanaal (voornamelijk tussen december en februari).

Vlaams minister van Visserij Hilde Crevits : “Omdat het resultaat van de Brexit nog niet gekend is, heeft de Europese Commissie een voorzichtig voorstel voor de visbestanden gedaan, waarbij voor de eerste 3 maanden van 2021 een kwart van de vangstrechten van vorig jaar aan de lidstaten toegekend wordt. Ik heb kunnen bekomen dat onze vissers ook een gedeelte van hun vangstmogelijkheden die ze dit jaar niet konden opvissen, hieraan mogen toevoegen. Hierbij wordt rekening gehouden met de seizoensgebonden visserijactiviteiten die klassiek in de eerste maanden van het jaar een piek kennen. Het is nu wachten op de resultaten van de Brexit-onderhandelingen om zekerheid te hebben over een langere periode.”

Nieuws

Minister Crevits kent bijna 600.000 euro investeringssteun toe voor nieuwbouw kinderopvang in Berlaar

Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits kent bijna 600.000 euro investeringssteun toe voor een nieuwbouw voor kinderopvang langs de Aarschotsebaan in Berlaar. De nieuwbouw komt er omdat de gemeenten op de huidige locatie plannen heeft voor de gemeenteschool en de buitenschoolse opvang.

Bijna 2,6 miljoen investeringssteun voor nieuwbouw jeugdzorgcentrum in Maaseik

Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits kent een bedrag van bijna 2,6 miljoen euro toe voor een nieuw jeugdzorgcentrum voor 20 jongeren in de Spoorwegstraat in Maaseik. Het nieuwe gebouw is bedoeld voor jongeren die er residentieel verblijven en voor dagbegeleiding. De nieuwbouw vervangt verouderde infrastructuur in Maaseik en in Kinrooi.

Minister Crevits kent investeringssteun toe voor uitbreiding Mariënstede in Dadizele

Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits kent een jaarlijkse investeringssteun toe van bijna 27.000 euro toe op lange termijn voor een nieuwbouw voor 10 bewoners en voor de uitbreiding van de dagbestedingsruimtes voor Mariënstede in de Remi Dewittestraat in Dadizele. Mariënstede is een voorziening die volwassen personen met diverse handicaps ondersteuning biedt op het vlak van wonen en dagbesteding.