Extra proefprojecten en onderzoek naar toegankelijkheid van huisartsen

Publicatiedatum

Deel dit artikel

Er komen in Vlaanderen 7 tot 10 bijkomende proefprojecten brede eerstelijnspraktijken. De projecten bevorderen de samenwerking tussen huisartsen en andere zorgverleners, altijd in samenspraak met het lokale bestuur. Zo kunnen mensen met een vraag naar zorg meer op maat geholpen worden en kan de huisarts zich efficiënter organiseren. De Vlaamse Regering heeft de financiering van de projecten op voorstel van vervangend Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Benjamin Dalle goedgekeurd.  Het is één van de initiatieven om de huisartsengeneeskunde beter te organiseren en de eerstelijnszorg toegankelijk te houden voor wie er nood aan heeft. Uit een eerste studie naar vraag en aanbod van huisartsengeneeskunde in 2 regio’s blijkt dat bij 60% van de huisartsen een gedeeltelijke patiëntenstop geldt en dat de huisartsen een zware werkdruk ervaren.

“Het is al langer bekend dat Vlaanderen in een aantal regio’s met een tekort aan huisartsen kampt. Dit voorjaar zijn er 6 proefprojecten gestart waarbij huisartsen met andere zorgverleners, lokale besturen en diensten samenwerken. Op die manier neem je een aantal taken uit handen van de huisarts zodat er meer tijd is voor de zorg voor patiënten. We breiden dit initiatief nog eens uit met 7 tot 10 soortgelijke projecten in Vlaanderen. De kennis en ervaring die we hiermee opdoen, is bruikbaar voor een globalere aanpak in de toekomst. Ondertussen kennen we ook de eerste resultaten van een onderzoek naar relevante methodes om de vraag en het aanbod van huisartsengeneeskunde in Vlaanderen in kaart te brengen. Een vervolgstudie in 3 extra testregio’s moet resulteren in een definitief draaiboek voor Vlaanderen” Vervangend Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Benjamin Dalle

 

Uitbreiding proefprojecten brede eerstelijnspraktijken

 In het voorjaar gingen 6 proefprojecten brede eerstelijnspraktijken van start. Deze projecten onderzoeken hoe interdisciplinaire praktijkvoering concreet vorm kan krijgen.  De Vlaamse Overheid wil hieruit leren hoe je in de toekomst de toegankelijkheid van de huisartsgeneeskunde kan verhogen door samenwerking met huisartsenkringen, lokale besturen en zorgraden.  Recent ging bijvoorbeeld Pioen in Vorselaar van start. De burgemeester zocht samen met de huisartsenkring en andere partners naar een oplossing voor het prangende huisartsentekort in de regio. Nu kan iedereen in groepspraktijk Pioen terecht met vragen over gezondheid, zorg en welzijn en worden taken verdeeld. Ook het preventieve aanbod wordt hierbij niet vergeten. Dit initiatief wordt uitgebreid. Er zijn middelen vrijgemaakt om nog eens 7 tot 10 soortgelijke projecten in Vlaanderen te organiseren. Met de opgedane kennis en ervaring van alle projecten zullen de goede praktijkvoorbeelden gedeeld kunnen worden en bieden ze de kans tot een globale aanpak. Andere projecten lopen momenteel ook in Diegem, Merchtem, Wommelgem, Genk en Sint-Truiden.

 

Studie naar vraag en aanbod van huisartsengeneeskunde

 Om met het beleid gericht te kunnen inspelen op de toegankelijkheid van de huisartsengeneeskunde in een regio, is het belangrijk om een goed zicht te krijgen op zowel het aanbod van als de vraag naar huisartsengeneeskunde. Daarom startte in 2021 een studieproject met Domus Medica, UGent en VIVEL om een set van meetbare en relevante indicatoren samen te stellen.

Een eerste fase van dit studieproject is intussen voltooid. Via 2 proefprojecten in de huisartsenkring IJzerstreek en Westkust en de Huisartsenvereniging Regio Turnhout werd uitgetest welke indicatoren gemeten kunnen worden en hoe dat kan verlopen (via bevragingen, dataverzameling uit bestaande databanken, GDPR…).

De proefprojecten kwamen tot een set van 57 indicatoren over de zorgvraag en het aanbod en een eerste analyse hoe je die kan verzamelen. Indicatoren over het aanbod gaan bijvoorbeeld over het zorgaanbod in de omgeving waarin een huisarts werkt, eigenschappen van zijn of haar praktijk en infrastructuur en indicatoren over zijn of haar carrière en werkdruk. Langs de vraagzijde gaan de indicatoren over demografische en socio-economische gegevens.

Het onderzoek in 2 regio’s is nog niet representatief voor heel Vlaanderen, maar dient als basis om de gegevensverzameling te verfijnen. De resultaten tonen het nut aan om ruimer te monitoren en initiatieven te nemen voor de ondersteuning en andere organisatie van de huisartsengeneeskunde. Er staan alvast interessante inzichten in. Zo zegt 60% van de huisartsen in de 2 studieregio’s dat er bij hen een gedeeltelijke patiëntenstop geldt, bij 13% geldt een volledige patiëntenstop. In geen enkele praktijk zijn er nog vrije consultaties. Wel doen zo goed als alle praktijken (96,6%) nog aan huisbezoeken en kunnen patiënten bij dringende zaken (patiënt contacteert de praktijk op een maandag voor 12u) nog dezelfde dag een afspraak krijgen (95,7%). Bijna 6 op de 10 huisartsen zeggen dat de werkdruk zwaar begint te wegen (44%) of onhoudbaar begint te worden (15,4%). In ruim een derde van de bevraagde praktijken is er momenteel een vacature voor een huisarts. Drie kwart van de huisartsen is niet van plan om hun praktijk stop te zetten, 1 op 4 is dat wel van plan binnen een termijn van 5 jaar. In 6 op de 10 praktijken is minstens 1 onthaal- of administratief medewerker aan de slag en in 3 op de 10 huisartsenpraktijken is minstens 1 praktijkverpleegkundige tewerkgesteld.

Domus Medica en UGent hebben nu de opdracht gekregen om de set van indicatoren verder te verfijnen en om de meetprocedures voor die indicatoren op punt te stellen. De registratielast voor de huisartsen moet daarbij zoveel mogelijk beperkt worden. De vervolgstudie met 3 extra testregio’s moet resulteren in een definitief draaiboek voor Vlaanderen. Intussen bereidt het Agentschap Zorg en Gezondheid een dataplatform voor, waarop de indicatorendata verzameld en verwerkt kunnen worden.

Dr. Roel van Giel, voorzitter Domus Medica, is enthousiast over het project: “Dankzij de steun van Vlaams minister Crevits heeft Domus Medica samen met de vakgroep volksgezondheid en eerstelijnszorg en de vakgroep geografie van de UGent een permanent meetinstrument ontwikkeld dat de zorgvraag en het zorgaanbod voor heel Vlaanderen tot op wijkniveau in kaart kan brengen. Hierdoor kunnen we het huisartsentekort permanent monitoren en ondersteuningsinstrumenten ontwikkelen op maat van iedere regio. Na 2 succesvolle proefprojecten in de huisartsenkring IJzerstreek en Westkust en de Huisartsenvereniging Regio Turnhout wordt het meetinstrument op korte termijn verder uitgetest in 3 andere huisartsenkringen. In het voorjaar van 2023 zal het project tot slot over heel Vlaanderen uitgerold worden.”

Domus Medica is alvast verheugd dat er nu een permanent monitoringsysteem komt: “Het is de eerste keer dat we op zo een grote schaal een dergelijk verfijnd meetinstrument kunnen ontwikkelen. Bovendien kan deze technologie later ook gebruikt worden voor andere zorgberoepen in de eerste lijn. We moeten ervoor zorgen dat iedere burger in Vlaanderen steeds bij een huisarts maar ook bij andere zorgberoepen in de eerste lijn terechtkan.”

 

Leningen

Om de toegankelijkheid van huisartsen te verbeteren, zijn verschillende maatregelen nodig vanuit de federale en de Vlaamse Regering. Een hervorming van het zogeheten impulsfonds vanaf 1 januari 2023 zal ervoor zorgen dat het voor huisartsen eenvoudig wordt om te investeren in samenwerking in hun praktijk. Via een renteloze lening en de tegemoetkoming voor het hebben van een praktijk kunnen huisartsen zowel hun infrastructuur als personeelsplanning beter afstemmen op een interdisciplinaire samenwerking.  Zo komt erbovenop de al bestaande renteloze lening van 35.000 voor de opstart van een huisartsenpraktijk een renteloze infrastructuurlening van 10.000 euro voor wie investeert in een bijkomende ruimte in het kader van de samenwerking met een praktijkassistent(e) of een praktijkverpleegkundige.  Daarnaast kunnen ze een tegemoetkoming krijgen in de loonkosten van deze extra medewerkers of voor een tele-secretariaat en voor de opleiding van die medewerkers. Op die manier kunnen ze zich beter focussen op hun kerntaak: zorgen voor hun patiënten. Bijkomend zet de Vlaamse Overheid in op administratieve vereenvoudiging voor de huisartsen: de aanvraagprocedure voor zowel de renteloze lening als de tegemoetkoming voor interdisciplinaire praktijkvoering zal volledig worden gedigitaliseerd. 

Link naar studie: https://www.zorg-en-gezondheid.be/extra-proefprojecten-en-onderzoek-naar-toegankelijkheid-van-huisartsen-1

Nieuws

Minister Hilde Crevits vraagt Verenigd Koninkrijk om inspectierapporten van gecontroleerde vaartuigen te delen

Vlaams minister van Zeevisserij Hilde Crevits wil dat de inspectierapporten van de 5 gecontroleerde Belgische vaartuigen in Britse wateren vorige maand gedeeld worden. Ze heeft die vraag gesteld tijdens een gesprek over de Belgisch-Britse visserijrelaties met de Britse Ambassadeur in België Anne Sherriff. De vangst van de vaartuigen werd verzegeld en de boordcomputers werden in beslag genomen.

Eenvoudigere en snellere subsidieprocedure voor werken aan parochiekerken

Vlaams minister voor Binnenland Hilde Crevits vereenvoudigt voor lokale besturen en kerkbesturen de procedure voor de toekenning van subsidies voor renovatiewerken en her- en nevenbestemmingen van parochiekerken. Momenteel duurt de huidige procedure gemiddeld 2 tot 3 jaar vooraleer ze aan de werken mogen beginnen. Die termijn verkort aanzienlijk doordat de werken al vanaf het moment van de subsidieaanvraag kunnen aangevat worden.

Maatschappelijke Oriëntatie en Nederlands Tweede taal steeds belangrijker in inburgeringstraject

Vorig jaar volgden 19.435 mensen de cursus Maatschappelijke Oriëntatie (MO), een essentieel onderdeel van het inburgeringstraject. Ook het aantal cursussen Nederlands Tweede Taal blijft hoog. De cijfers van de jaarverslagen 2024 van AMAL vzw, Atlas Antwerpen en het Agentschap Integratie en Inburgering tonen een groeiende instroom, meer cursussen en hogere slaagcijfers.