Het nieuwe “Fit for 55”-klimaatplan van de Europese Commissie zet de uitdaging op scherp om in Europa tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. Ook voor onze Vlaams basisindustrie is dit een grote uitdaging. Ze is goed voor 37% van de Vlaamse CO2-uitstoot en cruciaal voor onze economie. Doorgedreven innovatie is de sleutel om een robuuste basisindustrie in Vlaanderen in 2050 te vrijwaren. Elke Vlaamse regering zal in de toekomst een uitgewerkte toekomstvisie, een transitieplan voor de industrie, moeten voorleggen aan het parlement. Een plan met concrete doelstellingen, tussentijdse evaluatiemomenten en flankerende maatregelen om die doelstellingen te halen. Vlaams minister van Economie en Innovatie Hilde Crevits verankert de aanpak en uitvoering van deze industriële klimaatsprong in een klimaatdecreet. Dat is nu goedgekeurd door de Vlaamse Regering en wordt voor advies aan de Raad van State gestuurd.
“De Europese klimaatdoelstellingen stellen de Vlaamse industrie voor een grote uitdaging. Om de doelstellingen voor onze basisindustrie te halen, verankeren we de transformatie van die basisindustrie in een klimaatdecreet. We willen onze basisindustrie hier in Vlaanderen houden. Het is een economische ruggengraat, en de producten van onze bedrijven zullen in 2050 ook nog essentieel zijn. Daarom zorgen we met dit nieuwe decreet voor een grondige aanpak met inbreng van alle betrokkenen. Met al onze troeven op vlak van innovatie en onderzoeksinfrastructuur, moet en zal de duurzame industrie van de toekomst in Vlaanderen liggen.” – Hilde Crevits
De Vlaamse industrie is sterk afhankelijk van fossiele brandstoffen en zorgt voor circa 37% van de uitstoot van CO₂ in Vlaanderen. Onze basisindustrie (chemie, raffinage en staal) heeft daarin het grootste aandeel. Tegelijk is ze van levensbelang voor onze ganse economie. De industrie is goed voor 9,1% van de economisch toegevoegde waarde in Vlaanderen. En specifiek de basisindustrie is goed voor 12% van de tewerkstelling, met in totaal circa 343.000 directe en indirecte jobs. Bovendien vloeien de meest essentiële consumenten- en energieproducten eruit voort. Ze zijn nodig in de bouw, landbouw, voertuigen- en machinebouw, farmaceutica en veel andere hightech toepassingen. De meeste van deze producten zullen ook in 2050 nog nodig zijn. Vaak zijn ze zelfs voor de klimaattransitie essentieel. Denk maar aan het staal voor windturbines, of kunststoffen voor de isolatie van gebouwen.
Om aan de Europese doelstelling van klimaatneutraliteit tegen 2050 te voldoen, staat de Vlaamse basisindustrie voor een grondige omslag. Vandaag produceert ze in vergelijking met veel andere landen al duurzaam en doen de bedrijven al enorme inspanningen (cf. investering Arcelor Mittal), maar de EU-lat gaat verder omhoog. Dat voelen ze momenteel al aan den lijve via de stijgende CO2-prijs in de Europese emissiehandel ETS. De omslag maken is niet zo evident, gelet op de onmisbare natuur van het element koolstof in de meeste industriële productieprocessen.
Innoveren om klimaatdoelstellingen te halen
Volgens Vlaams minister van Werk, Economie en Innovatie Hilde Crevits is innovatie, zoals centraal in het relanceplan, een heel belangrijkeuitweg. Het biedt kansen om reuzesprongen te maken op vlak circulariteit en CO₂-uitstoot in de industrie. Door efficiëntere productieprocessen te ontwikkelen, door kunststoffen opnieuw als grondstof te gebruiken en door over bedrijfsgrenzen heen nieuwe product- en energieketens op te bouwen, kan de klimaatimpact verder omlaag. Zo kan een bedrijf als Arcelor Mittal door zijn investering in een installatie voor direct gereduceerd ijzer en twee nieuwe ovens jaarlijks tot 3,9 miljoen ton CO2 minder uitstoten. Dat is een vermindering van de emissies in Vlaanderen met maar liefst 4%.
Vlaanderen heeft de nodige troeven in huis met uitstekende infrastructuur en een wereldwijde reputatie op vlak van onderzoek en innovatie. Bovendien kent Vlaanderen een centrale ligging binnen Europa, waardoor het een aantrekkelijke vestigingsplaats voor de toekomstige duurzame industrie blijft. Dat brengt ook nieuwe tewerkstelling. Verwacht wordt dat voor de industriële klimaatuitdaging tegen 2035 30.000 nieuwe talenten nodig zijn.
Klimaatdecreet om toekomst te garanderen
Zowat elke betrokkene is het erover eens dat de klimaattransitie zo snel mogelijk moet worden aangepakt. Dat blijkt uit een studie van Deloitte in opdracht van Vlaams minister Hilde Crevits en VLAIO. Zowel overheid, onderzoeksinstellingen als bedrijven realiseren zich dat actie nu nodig is als we tegen 2050 nog een robuuste basisindustrie in Vlaanderen willen hebben.
De studie gaf een doorkijk naar 2050, en concludeerde met een aantal beleidsaanbevelingen. Het zijn werkpunten waar minister Crevits de komende jaren wil op inzetten:
-
Meer synergie creëren tussen bedrijven onderling en met de onderzoeksinstellingen, in afstemming met de overheden.
-
Versnelde toepassing van innovaties in de Vlaamse basisindustrie, en onderzoek dat doorstroomt naar realisaties in de praktijk.
-
Nieuwe, vrij toegankelijke infrastructuur opbouwen die nodig is voor de transitie, zoals CO2- en waterstofleidingen.
-
Uitbouwen van economieën rond alternatieve grondstoffen en circulariteit.
-
Competitiviteit van de energieprijzen blijven garanderen om te vermijden dat productiecapaciteit verschuift naar andere regio’s met lagere klimaateisen.
Minister Crevits zorgt met het klimaatdecreet nu voor de verankering van deze werkpunten. Elke nieuwe Vlaamse regering zal een industrieel transitieprogramma moeten voorleggen aan het parlement. Het programma moet met alle maatschappelijke stakeholders besproken zijn en moet maatregelen op korte en middellange termijn voorstellen. Er komt ook een permanent overlegorgaan dat de uitvoering van de geformuleerde werkpunten opvolgt. Daar zal de industrie zelf nauw bij betrokken worden.
Er is een budget van 20 miljoen euro per jaar voor specifiek onderzoek naar nieuwe technologie voor deze industriële klimaatsprong.
Link naar studie:
www.vlaio.be/nl/nieuws/naar-een-koolstofcirculaire-en-co2-arme-vlaamse-industrie