Nederlands als rode draad in inburgeringsbeleid: kansen én inspanningen

Publicatiedatum

Deel dit artikel

Het Nederlands is dé sleutel om deel te nemen aan onze samenleving. Vlaams minister Hilde Crevits zal daarom voor inburgeraars het vereiste taalniveau optrekken naar B1 mondeling. Om dat niveau te halen, zal het traject aangepast worden, met meer begeleiding en ondersteuning.

“We bieden mensen die toekomen in Vlaanderen verschillende kansen om zich in te burgeren. We voorzien onder meer in een cursus Nederlands en ondersteunen hen richting werk. Daarom mogen we ook van hen inspanningen vragen. Want een goede kennis van het Nederlands is de beste garantie om mee te kunnen op school, op het werk, kortom in het dagelijkse leven. Daarom trekken we het taalniveau op naar B1 mondeling en voorzien we ook in de nodige ondersteuning zodat iedereen mee kan.” - Vlaams minister van Integratie en Inburgering Hilde Crevits

Het inburgeringstraject bestaat vandaag uit verschillende delen: het taalniveau A2 behalen is er daar één van. Dit is het basisniveau Nederlands.  Daarnaast is er de cursus maatschappelijke oriëntatie, inschrijven bij VDAB/Actiris en een participatie-en netwerktraject.  Verschillende inburgeraars zetten na het behalen van A2 het leertraject ook verder om het B1 niveau te behalen. Mensen die B1 mondeling behalen, worden gezien als “onafhankelijke gebruikers van het Nederlands”. Daarom hebben zij meer duurzame kansen op de arbeidsmarkt. Van wie A1 behaalt, is na 3 jaar gemiddeld 41% aan het werk, wie A2 behaalt 50% en wie B1 of meer behaalt 56%. Naast werk is het Nederlands eveneens een belangrijke sleutel tot een hechte samenleving, want we moeten met elkaar kunnen spreken: in de straat, op school, bij de bakker, ...

De Vlaamse Regering besliste daarom eerder om het vereiste niveau op te trekken naar B1 mondeling, zodat inburgeraars meer kansen krijgen op de arbeidsmarkt en in de samenleving. Minister Crevits past daarom het huidige taalleertraject aan zodat er meer en aanklampend kan worden gewerkt met de inburgeraars om het vereiste niveau te behalen.

70% van de inburgeraars is midden- of hooggeschoold. Voor hen is het normaal gezien mogelijk om het taalniveau B1 te behalen, mits voldoende flankerende maatregelen en ondersteuning.

Er wordt gefocust op 3 vlakken:

  • Uitbreken uit het klaslokaal: de meeste opleidingen gebeuren momenteel klassikaal. In sommige gevallen wordt een taalles op locatie gegeven, maar we kiezen nog meer voor taallessen die aangepast zijn aan de context en het dagelijkse leven. Het kan bijvoorbeeld gaan om lessen op de school van de kinderen tijdens de schooluren of op de werkvloer tijdens de werkuren. Niet alleen de locatie, maar ook de inhoud wordt daarbij aangepast aan de context. Zeker mensen die voltijds werken, krijgen op die manier meer kansen om buiten het klaslokaal hun Nederlands te verbeteren. 
  • Oefenkansen creëren: er worden vandaag al oefenkansen georganiseerd bv. door lokale besturen, maar die vormen geen onderdeel van het taalleertraject. Daarom zullen de oefenkansen nog meer een plaats krijgen in het traject om Nederlands te leren. De agentschappen zullen samen met de inburgeraar bepalen welke oefenkansen op maat nodig zijn. Het contact met het Nederlands in het dagelijkse leven is belangrijk om te durven spreken. We spelen hier allemaal een belangrijke rol, van burger tot winkelier, van werkgever tot overheid. Daarom zullen werkgevers, lokale besturen, scholen, sportverenigingen, … gesensibiliseerd en ondersteund worden om hier mee hun schouders onder te zetten.
  • Aanklampende opvolging: elke inburgeraar krijgt vandaag al een intakegesprek om het geschikte aanbod te bepalen. De agentschappen zullen in de toekomst bijkomende opvolgmomenten organiseren om meer aanklampend te werken. Begeleiding tijdens het traject moet leiden tot meer motivatie en minder uitval van de inburgeraars. Op die manier kan er ook ingespeeld worden op gewijzigde noden doorheen hun traject.

De lat ligt voor iedereen op B1 mondeling. Binnen inburgering begeleiden we heel diverse profielen, gaande van een kortgeschoolde moeder uit Guinée, tot een jonge leerkracht uit Oekraïne of een ervaren, hoogopgeleide chirurg uit Afghanistan. Iedereen volgt vandaag al, op basis van de intake, een aangepast taalleertraject. Ook bij de verhoging van het niveau zullen we rekening houden met de mensen die door omstandigheden – op basis van objectieve criteria – dat niveau niet kunnen halen. Maar ook van deze mensen vragen we nog een bijkomende inspanning, door een alternatief traject met taaloefenkansen: op die manier wordt hun taalniveau nog verder versterkt.

Nieuws

Jongeren en kortgeschoolden zijn op 13 oktober 2024 minder gaan stemmen

Uit een evaluatie van de opkomstplicht in opdracht van Vlaams minister van Binnenland Hilde Crevits blijkt dat vooral jongeren en kortgeschoolden minder deelnemen aan de verkiezingen. Ook het sociaal weefsel in een gemeente en de interesse in politiek spelen een rol. Er zijn verschillende redenen waarom mensen al dan niet gaan stemmen. De belangrijkste reden is niet van principiële, maar eerder van praktische aard namelijk “onmogelijkheid” wegens ziekte, vakantie of andere geplande activiteiten. Daarnaast spelen ook politieke beweegredenen en een gebrek aan kennis die burgers ervaren mee. En overheidscampagnes blijken weinig effect te hebben om mensen te overtuigen.

Vernietiging gemeenteraadsbeslissing van Maasmechelen rond het advies over de erkenningsaanvraag van de Tevhid-moskee.

Vlaams minister van Binnenland Hilde Crevits beslist om naar aanleiding van een klacht de gemeenteraadsbeslissing van Maasmechelen te vernietigen wegens schending van het onpartijdigheidsbeginsel en belangenvermenging in hoofde van een schepen.

Meer dan 8000 mensen aan de slag dankzij individueel maatwerk

Dankzij de tewerkstellingsondersteunende maatregel ‘individueel maatwerk’ kunnen meer mensen met een arbeidsbeperking in reguliere bedrijven aan de slag. De werkgever ontvangt daarvoor een premie om het rendementsverlies en/of de extra ondersteunings- en begeleidingskosten die nodig zijn te compenseren. Sinds de start van individueel maatwerk in 2023 werden al meer dan 8000 premies toegekend.