Vorig jaar heeft Vlaamse minister van Welzijn en Gezin Hilde Crevits extra maatregelen genomen om lokale besturen en ouders sneller aan een oplossing in hun buurt te helpen bij een opheffing van een vergunning, schorsing, stopzetting door overmacht of faillissement van een kinderdagverblijf.
Het lokale bestuur gaat in die gevallen mee op zoek naar andere kinderopvangorganisatoren in de buurt die bereid zijn en in aanmerking komen om extra kinderen op te vangen. Na een inhoudelijk evaluatie blijkt dat deze aanpak werkt.
“Het is niet eenvoudig voor ouders en lokale besturen als een opvang om een bepaalde reden moet sluiten. Daarom hebben we extra maatregelen genomen en moeten we ook de vinger aan de pols houden zodat dit een werkbare situatie blijft voor de opvang, lokale besturen en ouders. Ik ben dankbaar dat zoveel andere opvanglocaties en lokale besturen geholpen hebben naar het zoeken van oplossingen.”
Sinds het begin van de maatregel kregen in totaal 22 verschillende gemeenten na aanvraag de toestemming om tijdelijke vervangcapaciteit te organiseren. 64 verschillende organisatoren stelden zich kandidaat om bij te springen, daarvan kregen er na evaluatie 46 toestemming.
Bij 80% van de gevallen werd vervangcapaciteit georganiseerd in andere, reeds bestaande vergunde kinderopvanglocaties in de buurt. In de andere gevallen werd op zoek gegaan naar een alternatieve locatie.
Door de bijkomende ondersteuning die Opgroeien hierbij biedt, kunnen lokale besturen hun regierol beter opnemen en sneller bijdragen aan een oplossing voor getroffen ouders en hun kinderen. De evaluatie bevat ook enkele verbeterpunten zoals de onvoorspelbaarheid van de duur van de vervangopvang bij schorsing, de kinderen die soms te vaak van opvang moeten veranderen en de nood aan meer duidelijkheid op de lange termijn. Minister Crevits vraagt aan Opgroeien om hiermee aan de slag te gaan en zal het systeem nog verder verbeteren waar nodig.