Op voorstel van Vlaams minister van Economie Hilde Crevits wordt het steunpercentage van het Vlaams beschermingsmechanisme voor april opgetrokken van 10 tot 15%. Wie verplicht gesloten blijft, zoals de horeca, kan een beroep doen op het beschermingsmechanisme. Ook ondernemers met minstens 60% omzetverlies kunnen een beroep doen op de verhoogde bescherming via een tussenkomst in de vaste kosten. Voor de niet-medische contactberoepen en de niet-essentiële winkels wordt gekeken naar de periode 1 april tot 25 april.
“De coronacrisis duurt nu al meer dan een jaar en heeft dus al lange tijd een enorme impact op onze economie. Verschillende ondernemingen zijn gesloten of lijden zwaar omzetverlies. Door de duur van de crisis zitten ook veel ondernemers door hun reserves heen. Daarom wordt het Vlaams beschermingsmechanisme voor de maand april aangepast. Het steunpercentage wordt opgetrokken tot 15% van de omzet in april 2019. Voor de niet-essentiële winkels gelden heel strenge maatregelen, ook zij kunnen een beroep doen op het Vlaams beschermingsmechanisme bij zware omzetverliezen.” - Hilde Crevits
De strikte maatregelen in de strijd tegen het coronavirus zorgen ervoor dat veel ondernemers verplicht gesloten zijn of zwaar omzetverlies hebben. De horeca is sinds 19 oktober 2020 gesloten. Dat is ondertussen al meer dan 5 maanden. Nu de niet-essentiële winkels streng beperkt worden en de contactberoepen opnieuw moeten sluiten, is extra bescherming noodzakelijk. Daarom wordt het Vlaams beschermingsmechanisme aangepast. Op die manier krijgen de ondernemers bescherming als tussenkomst in de vaste kosten die blijven lopen.
Bescherming van 10 naar 15% en verhoogde maxima
Voor de maand april wordt het steunpercentage opgetrokken van 10 tot 15%. Dat betekent dat wie verplicht gesloten is, zoals de horeca, een bescherming krijgt van 15% van hun omzet in april 2019. Voor de niet-medische contactberoepen wordt gekeken naar de verplichte sluitingsperiode van 1 april tot 25 april. De maximumbedragen worden ook opgetrokken. Zo zullen ondernemingen met een tewerkstelling tot 9 werknemers maximaal 11.250 euro kunnen ontvangen, ondernemingen met 10 tot 49 werknemers maximaal 22.500 euro en ondernemingen met 50 werknemers of meer tot 60.000 euro.
Ook niet-essentiële winkels kunnen een beroep doen op bescherming
Daarnaast kunnen ook alle ondernemingen met zware omzetverliezen een beroep doen op de verhoogde bescherming van het Vlaams beschermingsmechanisme. Voor niet-essentiële winkels die nu op afspraak moeten werken, wordt gekeken naar de periode van 1 april tot 25 april voor de berekening van het omzetverlies.
Ondertussen werd het afgelopen jaar al ruim 2 miljard euro steun uitbetaald aan ondernemingen die zwaar getroffen zijn door de coronacrisis.
Vlaams minister van Economie Hilde Crevits wil dat het maken van afspraken in niet-essentiële winkels zo eenvoudig mogelijk georganiseerd wordt zodat er geen bijkomende administratieve lasten zijn.
Vlaams minister van Integratie en Inburgering Hilde Crevits zet de kennis van het Nederlands als prioritaire doelstelling voorop in het Vlaamse integratiebeleid. Samen met haar collega’s in de Vlaamse Regering maakt ze werk van een actieplan, waarbij andere ministers vanuit hun eigen bevoegdheden aan het integratiebeleid zullen meewerken.
Vlaams minister van Sociale Economie Hilde Crevits kent aan 48 maatwerkbedrijven verspreid over Vlaanderen 189,5 bijkomende plaatsen toe voor de tewerkstelling van personen met een bijkomende nood aan ondersteuning op de werkvloer. Het gaat om een eerste fase in de investering van 30 miljoen om deze legislatuur minstens 1.000 jobs in de sociale economie bij te creëren.
De nieuwe bestuursperiode 2025-2030 brengt een opvallende verjonging in de lokale politiek. Uit het laatste mandatenrapport blijkt dat de gemiddelde leeftijd van gemeenteraadsleden, schepenen en burgemeesters in Vlaanderen fors is gedaald. Jongeren krijgen meer kansen in het lokale beleid, terwijl oudere mandatarissen ruimte maken voor nieuw politiek talent. Tegelijkertijd zien we een toename van vrouwelijke mandatarissen, al blijft de ongelijkheid in bepaalde functies groot.