Vlaams minister van Landbouw en Voeding Hilde Crevits lanceert vandaag de nieuwe Vlaamse eiwitstrategie 2030. Ze doet dat samen met 16 partners uit de agrovoedingsketen. Ook Vlaams minister van Omgeving, Zuhal Demir en Vlaams minister van volksgezondheid, Wouter Beke, ondersteunen de strategie. De volgende jaren kiest Vlaanderen voor de productie van meer plantaardige eiwitten voor onze dagelijkse voeding en de verduurzaming van het voeder van dieren. In lijn met de voedingsaanbevelingen is het belangrijk dat consumenten uit een gevarieerd lokaal aanbod van eiwithoudende voedingsmiddelen kunnen kiezen om aan hun individuele noden te voldoen. De minister stelde de strategie voor bij “La Vie Est belle” in Oostkamp. Dit bedrijf verwerkt al jaren producten zoals quinoa en kikkererwten en werkt nauw samen met lokale boeren.
“Er is een toenemende vraag naar plantaardige eiwitten zoals peulvruchten en quinoa en tegelijk is er een maatschappelijke vraag naar meer duurzame dierlijke eiwitten. Met deze eiwitstrategie creëren we duurzame kansen voor onze landbouwers en voedingsbedrijven. Tegelijkertijd geven we onze ambities op het vlak van gezonde voeding een duwtje in de rug.” - Hilde Crevits
Eiwitten maken een cruciaal deel uit van de menselijke voeding en dierlijk voeder. We halen ze uit vlees, vis, eieren en melkproducten, maar ook uit graanproducten, peulvruchten, noten en in mindere mate uit groenten en aardappelen. Uit een bevraging van VLAM blijkt dat zowel op korte als lange termijn producten zoals quinoa of vleesvervangers aan belang zullen winnen en de consument het land van herkomst van verse producten ook belangrijker vindt.
In Vlaanderen wordt vandaag ongeveer 27.000 ha aan plantaardige eiwithoudende akkerteelten voorzien. Het grootste deel hiervan is bestemd voor de verwerking in veevoeding, zoals grasklaver, of in voeding, zoals erwten en bonen. Nieuwe teelten zoals soja en quinoa zijn vandaag nog beperkt tot zo’n 50 ha, maar zitten zowel bij boeren als bij de consument in de lift. Lupine, linzen en kikkererwten worden momenteel nog niet opgeschaald geteeld in Vlaanderen, maar ook hier wordt momenteel onderzoek naar gevoerd omdat er rassen kunnen worden geselecteerd die in ons Vlaams klimaat potentieel kunnen gedijen.
Er zijn uitdagingen op het vlak van voedselzekerheid, milieu-impact en volksgezondheid. We moeten verder de weg inslaan van verduurzaming en diversificatie in onze eiwitproductie en -consumptie. Doorheen de keten worden hiervoor al inspanningen geleverd. Maar de laatste jaren zijn de inspanningen in een stroomversnelling gekomen, mee onder impuls van de Vlaamse overheid. Het aanbod van meer diverse, lokale eiwitbronnen en de bijhorende consumptie, biedt vast en zeker economische kansen voor Vlaanderen. Uit een studie in opdracht van VLAIO is gebleken dat er op dit gebied diverse opportuniteiten liggen voor de Vlaamse agrovoedingssector en kenniswereld.
Vlaams minister van Landbouw en Voeding Hilde Crevits: “Vlaanderen heeft de ambitie om een Europees toonaangevende agrovoedingsketen op het vlak van innovatie en duurzaamheid uit te bouwen. Bestaande en nieuwe eiwitteelten en het ontwikkelen van innovatieve eiwitten vormen toekomstgerichte verdienmodellen. Duurzame dierlijke productie en veevoederketens laten de veehouderij toe te anticiperen op maatschappelijke uitdagingen, zoals de klimaatverandering en bieden kansen voor een robuuster inkomen.”
Duurzaam, divers en toekomstgericht
De strategie wil tegen 2030 een duurzamere, diverse en toekomstgerichte eiwitvoorziening realiseren en bijdragen tot een grotere Europese zelfvoorziening in eiwitten. Dat doet ze aan de hand van zes thema’s:
- Duurzaam diervoeder: Tegen 2030 moet alle soja (of bijproducten zoals sojaschroot) in de Belgische diervoederindustrie een duurzaamheidslabel hebben en moet de helft van de gebruikte grondstoffen voor veevoeder bestaan uit nevenstromen van de voedings-en biobrandstoffenindustrie. Ook kan de landbouwer ter vervanging van voornamelijk uit de VS en Zuid-Amerika aangevoerde soja zelf meer eiwitrijk diervoeder produceren: veldbonen, erwten, lokale soja, klaverrijke graslanden en mengteelten.
- Duurzame dierlijke productie: Zonder veehouderij is een circulaire landbouw niet mogelijk. Ook in Vlaanderen blijft een belangrijke plaats weggelegd voor de veehouderij, zowel in het kader van voedselzekerheid en -veiligheid als in functie van circulariteit en productie-efficiëntie. Dieren onderhouden het landschap, valoriseren niet door de mens verteerbare producten zoals gras en nevenstromen en hun mest dient om gewassen te voeden en koolstof in de bodem aan te brengen. De impact op klimaat, milieu, biodiversiteit en water moet echter gereduceerd worden. Nieuwe verdienmodellen en afzetmarkten worden gestimuleerd, van biologische veeteelt over korteketenverkoop tot energieproductie.
- Meer plantaardige eiwitten: De Vlaamse landbouw kan naast eiwitgewassen voor dierlijke consumptie, maar ook voor menselijke consumptie produceren. Zelfs voor van origine subtropische of mediterrane gewassen is dat mogelijk, zij het niet van vandaag op morgen. Aardappelen en maïs hebben dat in het verleden aangetoond. Voor eiwitrijke teelten als soja en quinoa moeten er nieuwe ketens ontwikkeld worden om de landbouwers afzetzekerheid te bieden. Harmonie tussen aanbod en vraag zijn daarbij een kritische succesfactor.
- Meer nieuwe eiwitten: Nieuwe eiwitbronnen hebben een plaats in veevoeding, voeding en de biogebaseerde economie. Enkele voorbeelden: insecten, algen, eendenkroos, microbiële eiwitten uit schimmels en bacteriën, cellulaire eiwitten zoals kweekvlees, eiwitten die gewonnen worden uit biomassareststromen uit de agrovoedingsketen. Vlaanderen moet een hotspot worden op het gebied van kennis, productie en verwerking van deze ‘nieuwe’ eiwitten.
- Meer productdiversiteit: Er moet een breed aanbod komen van smakelijke, veilige en nutritioneel hoogwaardige eiwitproducten in de winkelrekken, zodat de consument voldoende keuze heeft. Hierbij speelt ook de eventuele verwerking van eiwitbron naar -product een belangrijke rol.
- Duurzame eiwitconsumptie: Een gezond en duurzaam voedingspatroon houdt ook een gezonde, diverse, milieuverantwoorde en lokale eiwitconsumptie in. Dierlijke eiwitbronnen hebben daar een plaats in, maar een goede balans met meer plantaardige en alternatieve eiwitbronnen is noodzakelijk.
De uitwerking van de eiwitstrategie van veld tot bord past binnen de Vlaamse voedselstrategie Vlaamse Kost, waarmee minister Crevits, samen met heel wat partners, de hele voedseleconomie, de komende jaren veerkrachtiger en innovatiever wil maken. De strategie past tegelijk in het relanceplan waarmee de Vlaamse regering de welvaart en het welzijn van de Vlamingen wil versterken. Investeringen in de eiwitstrategie dragen bij tot het economische herstel en de ontwikkeling van nieuwe mogelijkheden voor alle schakels in de agrovoedingsketen.
Minister Crevits: “In het kader van het relanceplan investeren we de volgende jaren 10 miljoen euro om de eiwitstrategie een stevige duw in de rug te geven. Ook in het gemeenschappelijke landbouwbeleid, dat vanaf 2023 wordt hervormd, willen we in extra stimulansen voorzien. Maar los van de middelen is het vooral belangrijk dat deze gemeenschappelijke eiwitstrategie ervoor zorgt dat alle neuzen in dezelfde richting staan. Dat is een belangrijke stap die we vandaag zetten. We hebben één gemeenschappelijk einddoel: samen kansen creëren voor welvaart, milieu en gezondheid door in te zetten op lokale, duurzame en gezonde eiwitten van productie tot consumptie.”
Lieven Deraeve van La Vie Est Belle: “Inzetten op lokale teelt van eiwitrijke gewassen is voor ons bij La Vie Est Belle niet nieuw. Als bedrijf ,dat sinds kort een tweede generatie heeft die deze visie kan verderzetten, zien we dat na een aantal jaar de nodige kennis vervaardigd wordt om steeds productiever en efficiënter te werk te gaan. Net zoals we de aardappelen en de maïs hier hebben gekregen, kunnen we ook peulen en zaden telen op een efficiënte en voedselveilige manier. Op die manier kunnen we meer diversiteit in de akkers brengen waardoor ook de grond minder snel uitgeput wordt.”
De betrokken partners in de eiwitstrategie zijn in alfabetische volgorde: Agentschap Zorg en Gezondheid, Agrolink, Algemeen Boerensyndicaat (ABS), Belgian Feed Association (BFA), Bioforum, Boerenbond, Bond Beter Leefmilieu, Comeos, Departement Economie, Wetenschap en Innovatie, Departement Landbouw en Visserij, Departement Omgeving, Fevia, Flanders’ Food, Groene Kring, Innovatiesteunpunt, Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), Unie Belgische Catering (UBC), Vlaams Agentschap Innoveren & Ondernemen (VLAIO), Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) en Vlaams Instituut Gezond Leven.
De komende maanden wordt een actieprogramma opgemaakt om uitvoering te geven aan de strategie. Elk van de partners levert hieraan een concrete bijdrage