Elk jaar in december wordt er op Europees niveau beslist hoeveel vis de verschillende lidstaten het volgende jaar in de verschillende zeegebieden mogen opvissen. Vlaams minister van Visserij Hilde Crevits heeft de onderhandelingen geleid voor België, er werd dinsdagochtend vroeg een akkoord bereikt. Tijdens deze Raad werd ook een princiepsakkoord met het Verenigd Koninkrijk bereikt over de vangstmogelijkheden in 2023. Dit geeft de Belgische visserijsector meer zekerheid over de vangstrechten van 2023. Op basis van de wetenschappelijke adviezen zullen onze vissers volgend jaar meer kabeljauw en wijting in de Noordzee kunnen vissen, maar minder pladijs en tong in de westelijke wateren.
“Het waren moeilijke onderhandelingen, zeker omdat onze Belgische vissers sinds het verlies van vangstrechten als gevolg van de Brexit weinig toegang hebben tot alternatieve visgronden. Daarom was het behouden van de leefbaarheid van de vloot mijn prioriteit tijdens deze Europese ministerraad. De socio-economische impact is groot voor onze visserijsector wegens de daling van de vangstmogelijkheden voor tong en pladijs na Brexit. De Europese Commissie zal de komende maanden op mijn expliciete vraag inzetten op het versterken van de ruilmogelijkheden met het Verenigd Koninkrijk. Ook zal de Commissie nagaan hoe de leefbaarheid van de Belgische vloot kan gegarandeerd worden via steunmaatregelen. Maar we hebben zeker voldoende vangstmogelijkheden zodat ieder nog een lekkere tong, pladijs of rog kan eten.” – Vlaams minister van Visserij, Hilde Crevits
Meer kabeljauw, minder tong
Voor de Belgische visserijsector zijn de vangstrechten voor tong heel belangrijk. In het Bristolkanaal mag evenveel opgevist worden als in 2022. Ook de mogelijkheden voor roggen in de Noordzee blijven op peil. De vangstrechten voor kabeljauw in de Noordzee stijgen. Ook de mogelijkheden voor schelvis en wijting in de Noordzee nemen volgend jaar toe, net als voor zeeduivel in de westelijke wateren en tong in de golf van Biskaje. Tot grote ontgoocheling van onze vissers kan er wel minder pladijs in het Bristol kanaal gevist kunnen worden en ook voor tong in de Ierse zee en in het westelijk deel van het Kanaal nemen de mogelijkheden af.
Wetenschappelijke onderbouwing
Om de visbestanden zoveel mogelijk op een duurzaam niveau te houden wordt er rekening gehouden met wetenschappelijke adviezen. Bij visserij op een duurzame wijze wordt er niet meer opgevist dan het bestand aankan om op peil te blijven. De Belgische vissers werken actief mee aan de gegevensverzameling die nodig is voor de opmaak van de wetenschappelijke adviezen onder begeleiding van de Rederscentrale en het wetenschappelijk team van het Instituut voor Landbouw, Visserij- en Voedingonderzoek (ILVO).
Verenigd Koninkrijk en Noorwegen
Sinds de Brexit een feit werd, worden de vangstrechten voor Europese vissers ook vastgelegd in bilaterale en trilaterale akkoord met het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen. Bij aanvang van de Raad op zondag 10 december was er nog geen volledig akkoord met deze twee landen over de vangstmogelijkheden van de gemeenschappelijke beheerde visbestanden. De onderhandelingen met Noorwegen worden later in december verder gezet. België blijft hier pleiten voor het heropenen van de Noorse wateren voor de Belgische vloot, aangezien deze zone post-Brexit potentieel een interessant visgebied kan worden.