Minister Crevits trekt kaart van sterke lokale besturen

Publicatiedatum

Deel dit artikel

Efficiëntere samenwerkingsverbanden tussen overheden, evenwichtigere herverdeling van financiële middelen voor lokale besturen en extra aandacht voor het statuut van mandatarissen. Vlaams minister voor Binnenland en Bestuurszaken Hilde Crevits zet de krijtlijnen voor de komende jaren uit in haar beleidsnota voor 2024-2029.  

“Het bestuurslandschap in Vlaanderen is erg verkokerd. Er zijn te veel tussenstructuren tussen de Vlaamse overheid enerzijds en de gemeenten anderzijds, dat aantal moet naar beneden. Ook de gemeenten zelf wil ik versterken, door onder andere het statuut van mandatarissen te verbeteren en de lokale besturen financiële zekerheid te garanderen. En de middelen die nu naar verschillende gemeenten en steden vloeien wil ik evenwichtiger verdelen, met extra aandacht voor de landelijke gemeenten. Ik wil absoluut de ambassadeur zijn voor alle lokale besturen. ” - Minister van Binnenland Hilde Crevits 

Minder verkokering 

Minister Crevits zal de komende jaren de verkokering binnen de Vlaamse overheid aanpakken en alle tussenstructuren die vandaag bestaan evalueren. Het rapport naar aanleiding van een regioscreening in 2012 toont aan dat de Vlaamse steden en gemeenten in meer dan 2.000 samenwerkingsverbanden en andere verzelfstandigde entiteiten participeren. Minister Crevits zal deze tussen- en dochterstructuren tegen het licht houden, er komt 1 centraal register dat een overzicht geeft van alle samenwerkingsverbanden waarbij steden en gemeenten aangesloten zijn. En er komen ook strengere regels voor de oprichting van dit soort structuren. 

 

Slagkrachtigere lokale besturen 

De Vlaamse Regering wil lokale besturen vanuit Vlaanderen de komende jaren maximaal ondersteunen en versterken. Daarvoor wordt ook het statuut van lokale en provinciale mandatarissen herzien. Dat gaat onder meer over de zitpenning, ondersteuning en verlofregelingen voor mandatarissen. 

In de beleidsnota wordt ook het belang van deontologie en integriteit op het lokale niveau naar voor geschoven. Lokale besturen zijn al sinds 2007 verplicht om een deontologische code vast te leggen, sinds vorig jaar zijn ze ook verplicht om een eigen deontologische commissie op te richten. Minister Crevits wil de toepassing en naleving van die deontologische code versterken en de werking van de deontologische commissies optimaliseren, met specifieke aandacht voor integriteit en de preventie van belangenvermenging. Er komen gerichte opleidingen en in het geval er duidelijke vaststellingen zijn na een forensische audit, bv. inzake deontologische inbreuken, zal er werk gemaakt worden van een remediëringstraject. 

Minister Crevits: “Belangenvermenging is bijzonder schadelijk voor de politiek, ook op het lokale niveau. Daar wil ik deze legislatuur nauw op toezien. Niets is zo kostbaar voor een schepen, mandataris of ambtenaar als een onberispelijke deontologie en ethiek. Het is vandaag meer dan ooit essentieel voor het geloof en vertrouwen in de politiek.” 

Meer financiële ruimte voor lokale besturen, met extra aandacht voor platteland en grootstedelijke problematieken 

Minister Crevits wil de bestuurskracht van zowel dorpen als steden aansterken en werk maken van een meer substantiële financiering vanuit Vlaanderen naar verschillende gemeenten en steden. Die vraag kwam vooral van de landelijke gemeenten.  Een eerste maatregel is de uitbreiding van de dotatie ‘open ruimte’ die gemeenten ontvangen. Het fonds wordt aangesterkt met 65 miljoen. Voor sommige gemeenten en kleine steden maakt dit een verschil van honderdduizenden euro’s per jaar.   

Ook de verdeelsleutel van het Vlaams fonds dat steden en plattelandsgemeenten ondersteunt in hun investeringen wordt aangepast. Vandaag is 24,27% van het fonds voorzien voor investeringen in 50 plattelandsgemeenten, de overige 75,73% wordt verdeeld over de centrumsteden, provinciale steden en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.  

Er gaat ook extra aandacht steden die kampen met grootstedelijke problematieken en die de afgelopen jaren maar in beperkte mate konden rekenen op extra middelen, terwijl hun beleidsuitdagingen wel fors toenamen onder meer op vlak van veiligheid, integratie en wonen. Om die reden komt er voor Halle, Vilvoorde, Dilbeek, Ninove, Denderleeuw en Geraardsbergen komt er vanaf 2026 jaarlijks structureel 7 miljoen euro bij.    

Specifiek voor de steden komt er in 2025 ook een nieuwe oproepen voor stadvernieuwingsprojecten waarvoor ruim 9 miljoen euro wordt voorzien. Dergelijke projecten verhogen de aantrekkelijkheid, duurzaamheid en leefbaarheid van steden.  Een voorbeeld hiervan is het Wintercircus in Gent. 

Herbestemming van kerken 

De beleidsnota vermeldt ook specifiek het stimuleren van de her- en nevenbestemming van parochiekerken. Er zijn in Vlaanderen zo’n 1.800 parochiekerken die in aanmerking komen voor her- of nevenbestemming. Minister Crevits wil nieuwe gemeentebesturen hierin ondersteunen en aanmoedigen om na te denken welke nieuwe functie voor de kerkgebouwen een meerwaarde kan bieden voor de lokale bevolking.   De minister verwacht dat elke gemeente tegen de zomer van 2025 een kerkenbeleidsplan bekend maakt, waar de her- en/of nevenbestemmingen van parochiekerken deel van uitmaakt. 

Nieuws

Minister Hilde Crevits vraagt Verenigd Koninkrijk om inspectierapporten van gecontroleerde vaartuigen te delen

Vlaams minister van Zeevisserij Hilde Crevits wil dat de inspectierapporten van de 5 gecontroleerde Belgische vaartuigen in Britse wateren vorige maand gedeeld worden. Ze heeft die vraag gesteld tijdens een gesprek over de Belgisch-Britse visserijrelaties met de Britse Ambassadeur in België Anne Sherriff. De vangst van de vaartuigen werd verzegeld en de boordcomputers werden in beslag genomen.

Eenvoudigere en snellere subsidieprocedure voor werken aan parochiekerken

Vlaams minister voor Binnenland Hilde Crevits vereenvoudigt voor lokale besturen en kerkbesturen de procedure voor de toekenning van subsidies voor renovatiewerken en her- en nevenbestemmingen van parochiekerken. Momenteel duurt de huidige procedure gemiddeld 2 tot 3 jaar vooraleer ze aan de werken mogen beginnen. Die termijn verkort aanzienlijk doordat de werken al vanaf het moment van de subsidieaanvraag kunnen aangevat worden.

Maatschappelijke Oriëntatie en Nederlands Tweede taal steeds belangrijker in inburgeringstraject

Vorig jaar volgden 19.435 mensen de cursus Maatschappelijke Oriëntatie (MO), een essentieel onderdeel van het inburgeringstraject. Ook het aantal cursussen Nederlands Tweede Taal blijft hoog. De cijfers van de jaarverslagen 2024 van AMAL vzw, Atlas Antwerpen en het Agentschap Integratie en Inburgering tonen een groeiende instroom, meer cursussen en hogere slaagcijfers.