De Belgische vissers hebben mee bijgedragen om de overbevissing tegen te gaan en de visserij in de 21ste eeuw duurzamer te maken. De Europese Commissie presenteerde vandaag de stand van zaken en eerste oriëntaties voor 2026. Uit deze documenten blijkt dat er veel duurzamer wordt gevist dan 20 jaar geleden en er minder sprake is van overbevissing. Die evolutie is vooral te danken aan de inspanningen van de vissers. Ook innovatie speelt een belangrijke rol. Minister Crevits vraagt om evenwel dringend werk te maken van het nieuwe Europese visserijbeleid.
“De inzet van onze vissers werpt vruchten af. Maar om ook in de toekomst met minder uitstoot te vissen en te kunnen investeren in een modernere vloot zullen er wijzigingen nodig zijn aan het Europese kader. Voor onze vissers is het belangrijk dat dit kan met steun voor nieuwe energie-efficiënte vaartuigen die de oude vervangen. Als er voor energietransitie, gezondheid en veiligheid onvoldoende ruimte is aan boord, moeten we hiervoor durven de huidige beperking op het maximum volume van een vissersvaartuig herzien. Dit is essentieel om een nieuwe generatie vissers aan te trekken." – Hilde Crevits
Duurzame visserij
Minister Crevits is tevreden met de goede resultaten van het rapport in de Noordoost-Atlantische Oceaan met steeds meer visbestanden op duurzaam niveau. De belangrijkste doelsoorten van de Belgische vloot zoals tong en pladijs, worden zelfs al jarenlang op het niveau van de maximaal duurzame opbrengst bevist. De minister vindt het belangrijk om de negatieve perceptie die er soms is bij te stellen en aandacht te besteden aan de positieve resultaten die er zijn.
Daarom roept ze de Commissaris op om versneld werk te maken van de hervormingsvoorstellen. Ze geeft een aantal werkpunten mee zoals het vermijden van hoge variaties in vangstmogelijkheden tussen de jaren, het vermijden dat een zeegebied vroegtijdig moet gesloten worden voor alle visserij omdat het quotum voor één soort opgebruikt is en voldoende mogelijkheden in onderhandelingen met derde landen zoals het Verenigd Koninkrijk.
Bijkomend blijft de minister erop wijzen dat de huidige regeling voor het aanlanden van visvangsten onwerkbaar is voor een visserij zoals de Belgische die op verschillende soorten tegelijk vist. Ze verwees hier ook naar een onafhankelijke studie die de Commissie bestelde en die tot dezelfde conclusies kwam.
Toegang tot de Britse wateren
De minister uitte eveneens haar tevredenheid over het bereikte akkoord voor de toegang van de Belgische vissers tot de Britse wateren. In het kader van de onderhandelingen voor het najaar blijft het cruciaal dat er voor 2026 een goed akkoord komt met het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen over de quotatoekenning op basis van de best beschikbare wetenschappelijke adviezen. Een andere uitdaging is samen werken aan een herziening van de aanlandplicht want het huidige systeem is voor onze vissers onwerkbaar.