Positieve tendens rond medicatiebeleid in woonzorgcentra

Publicatiedatum

Deel dit artikel

Zorginspectie publiceert voor het tweede jaar op rij een rapport dat inspectieresultaten over het medicatiebeleid in woonzorgcentra bundelt. De sector ondernam het afgelopen jaar verschillende acties die zich ook vertalen in de inspectieresultaten. Van alle 4.007 medicatieaspecten die Zorginspectie beoordeelde bij 300 inspecties, waren deze 2.920 keer of 73% correct uitgevoerd. Dat zijn goede resultaten, maar er blijft ruimte voor verbetering.  

“Een kwalitatief medicatiebeleid is essentieel in elk woonzorgcentrum. Het medicatieproces is een foutengevoelig proces met een directe impact op de veiligheid van de bewoners in woonzorgcentra. Regelmatige inspecties van onze Zorginspectie zijn dan ook noodzakelijk. Op heel veel vlakken tonen de woonzorgcentra dat er rond medicatiebeleid een positieve tendens is. Maar het kan en moet nog beter. Het Departement Zorg blijft woonzorgcentra daarin ondersteunen. Onder andere met een nieuw project dat een 100-tal woonzorgcentra heel concreet zal begeleiden.” – Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits  

In een woonzorgcentrum nemen bewoners vaak meerdere geneesmiddelen gedurende een lange periode. Van woonzorgcentra wordt verwacht dat ze een kwalitatief medicatiebeleid uitwerken en zorgvuldig omgaan met medicatie. Zorginspectie volgt het medicatiebeleid op via inspecties. Enerzijds via algemene opvolginspecties, anderzijds via klachtinspecties. Dat zijn inspecties die gebeuren nadat er een klacht is binnengekomen. Zorginspectie voert quasi al deze inspecties onaangekondigd uit.

Tijdens de algemene opvolginspecties inspecteerde Zorginspectie opnieuw 14 aspecten van het medicatiebeleid. Het gaat bijvoorbeeld over het registreren van de medicatie in het zorgdossier van de bewoner, het tijdstip van toediening en de veiligheidsstappen in de bewaring van medicatie. Zodra Zorginspectie één afwijking vaststelt, zoals bijvoorbeeld één verkeerde registratie of één niet uitgevoerde controle, wordt een tekort gescoord op dat aspect.

Net als vorig jaar bundelt Zorginspectie de resultaten van deze inspecties in een rapport. Het bundelt de resultaten van 300 algemene opvolginspecties en 104 klachtinspecties die uitgevoerd werden na het vorige rapport. Het aantal klachtinspecties is daarmee gestegen ten opzichte van vorig jaar. In 2022 werden 67 klachtinspecties uitgevoerd. In 74% van de inspecties werd de klacht als gegrond beoordeeld.

 Resultaten

Van alle 4.007 medicatieaspecten die Zorginspectie beoordeelde bij 300 opvolginspecties, waren deze 2.920 keer of 73% correct uitgevoerd. Dat is 9% meer dan in 2022,  het betekent echter ook dat 27% van deze aspecten als ‘niet volledig in orde’ beoordeeld werden. De trends kennen verschillen per aspect.

De woonzorgleefplannen bevatten in 79% van de voorzieningen voldoende informatie over de bijzonderheden voor het toedienen van medicatie aan bewoners (zoals het geven van medicatie onder toezicht, nuchter moet gegeven worden of op een afwijkend tijdstip …). In 90% van de voorzieningen kan deze informatie op het moment van toedienen van de medicatie geconsulteerd worden.

Bewaring van medicatie en verzorgingsproducten gebeurde in 69% van de woonzorgcentra veilig (buiten bereik van bewoners/onbevoegden). Er is een duidelijke positieve trend bij het aantal woonzorgcentra die een consequent systeem hebben om de vervaldata van geneesmiddelen op te volgen. Die resultaten stegen van 55% naar 76%. De meerderheid van de woonzorgcentra (76%) registreert ook het klaarzetten van de medicatie consequent. Daarentegen blijkt dat slechts 63% van de woonzorgcentra het toedienen van de medicatie consequent registreert.

Een ander belangrijk aandachtspunt, is het aantal woonzorgcentra waar consequent de toediening van eenheden insuline geregistreerd wordt bij een variabel schema. Door die registratie kan er nagegaan worden hoeveel insuline werd toegediend. Dit ging van 48% naar 44%. Deze resultaten zijn echter niet eenduidig te interpreteren omdat er een verandering van steekproef aanwezig was. Waar er in het rapport van 2022, 58% van de geïnspecteerde woonzorgcentra aangaven dat er minstens 1 bewoner was met een variabel schema insuline, werd dit aantal vergroot naar 73% in 2023. Er is geen eenduidige verklaring voor dit grote verschil. 

 Nieuw project ter ondersteuning van medicatiebeleid

Zorginspectie geeft in het medicatierapport enkele aanbevelingen mee rond het belang van monitoring, begeleiding, het uitwisselen van goede praktijken en een grotere betrokkenheid van de bewoners zelf. De Vlaamse overheid geeft hier meteen invulling aan via een nieuw project van het Departement Zorg. Dit project zet in op het ondersteunen van een kwalitatief medicatiebeleid in de Vlaamse woonzorgcentra.

 Het Departement Zorg zal woonzorgcentra die hiervoor intekenen, begeleiden en ondersteunen in de ontwikkeling van hun medicatiebeleid. Dat zullen ze doen aan de hand van een nieuw kwaliteitskader en een bijhorend meetinstrument dat ontwikkeld werd door de KU Leuven. Binnen het project ligt een grote focus op het verhogen van de betrokkenheid van de bewoners.

 Hierbij zal de CAA (coördinerend en adviserend apotheker) in gesprek gaan met de bewoners van woonzorgcentra zelf, om te polsen naar hun doelen, bezorgdheden en voorkeuren met betrekking tot hun eigen medicatiegebruik.

 Daarnaast zal ook een toolbox ontwikkeld worden die woonzorgcentra kunnen gebruiken. Het is de bedoeling om een 100-tal woonzorgcentra te begeleiden binnen dit project. Dit najaar zal een oproep gelanceerd worden bij woonzorgcentra om deel te nemen.

 Karine Moykens, secretaris-generaal Departement Zorg: “Voor het grootste deel van de aspecten van het medicatiebeleid stellen we een positieve evolutie vast. De inspectieresultaten tonen wel verschillen tussen woonzorgcentra onderling. We hopen dus dat deze trend zich nu verder doorzet op alle aspecten en bij alle woonzorgcentra. Het uitwisselen van goede praktijken onderling door met elkaar in dialoog te treden, en luisteren naar de bewoners en gebruikers zelf, zijn hierbij cruciaal. De doelstelling blijft dat bij elke bewoner in een Vlaams erkend woonzorgcentrum de juiste medicatie bij de juiste bewoner op het juiste tijdstip, in de juiste hoeveelheid en op de juiste wijze terechtkomt.”

Nieuws

‘Klopt da wel?’: Nieuwe campagne helpt jongeren om fake news te doorprikken

MINISTER CREVITS LANCEERT CAMPAGNE TEGEN FAKE NEWS OP SCHOOLTOILET

Fake news, clickbait, deepfakes … Op sociale media en YouTube circuleert veel desinformatie. Bijna de helft van de Vlaamse jongeren maakt zich zorgen over misleidende berichten. Toch zegt 40% van hen nooit of zelden de betrouwbaarheid van een nieuwsbericht te checken. Om dat bewustzijn aan te scherpen, lanceerde minister van Binnenlands Bestuur Hilde Crevits vandaag in Leiepoort campus Sint-Theresia in Deinze de nieuwe campagne ‘Klopt da wel?’. Die wil jongeren bewustmaken van de valkuilen van online desinformatie in de constante stroom aan berichten die ze online tegenkomen. Samen met Mediawijs, WAT WAT, Klasse en content creator Maximiliaan Verheyen als ambassadeur, wil de Vlaamse overheid hen aanmoedigen om kritischer om te gaan met wat ze online lezen, kijken en delen. 

Vlaams minister Hilde Crevits investeert 30 miljoen in 1.000 bijkomende jobs in de sociale economie

Vlaams minister van Sociale Economie Hilde Crevits heeft vandaag haar beleidsnota ‘sociale economie 2024-2029’ voorgesteld in het Vlaams Parlement. Met een investering van 30 miljoen creëert minister Crevits de komende legislatuur minstens 1.000 bijkomende jobs in de sociale economie, in het bijzonder in het collectief maatwerk in Vlaanderen. Er komen ook gerichte campagnes om de samenwerking tussen de sociale en reguliere economie te verbeteren en het potentieel van de sterke Vlaamse sociale economie-ondernemingen ten volle te benutten.

Nederlands als belangrijkste troef voor Vlaams inburgerings- en integratiebeleid

De beleidsnota met krijtlijnen voor 2024-2029 op vlak van inburgering en integratie is bekend. Er gaat extra aandacht naar het belang van taal en er komen extra maatregelen zodat nieuwkomers sneller volwaardig kunnen participeren aan onze samenleving.