De Vlaamse vissers zullen volgend jaar meer pladijs, roggen en kabeljauw in de Noordzee kunnen vissen, maar veel minder tong. Tong is evenwel voor de vissers belangrijk als inkomensbron. Dat is het resultaat van de jaarlijkse Europese besprekingen over hoeveel vis de verschillende lidstaten in de verschillende zeegebieden mogen opvissen. Vlaams minister van Visserij Hilde Crevits heeft de onderhandelingen geleid voor België, er werd dinsdagmiddag een akkoord bereikt.
“Het waren dit jaar heel moeilijke onderhandelingen. Met de visserijministers zaten we samen sinds zondag en pas dinsdagmiddag was er een akkoord. Onze vissers vangen traditioneel veel tong, maar hiervoor gaan de vangstmogelijkheden overal fors naar beneden. De quota worden bepaald op basis van de wetenschappelijke adviezen. Nu duurt het 2 jaar voor de verzamelde gegevens in praktijk gebracht worden. Samen met andere lidstaten bekijk ik hoe dit anders kan. We gaan hier ook tijdens het Belgisch Voorzitterschap van de Europese Unie volgend jaar werk van maken. Nogmaals, een sterke daling van verschillende quota maakt mij bijzonder bezorgd. Ik heb dan ook tijdens deze Europese ministerraad benadrukt dat het behouden van de leefbaarheid van onze vloot mijn topprioriteit is.” - Hilde Crevits
Overal minder tong
Voor de Belgische visserijsector zijn de vangstrechten voor tong heel belangrijk. De vangstrechten hiervoor dalen echter enorm. In de Noordzee zien we voor onze vissers een daling van 60% ten opzichte van 2023. In de Ierse Zee is de daling nog sterker met 77%. Dit vertaalt zich in deze zee alleen al in een daling van 208 ton.
In het Bristolkanaal daalt ons quotum voor tong met 6%, in het Westelijk Engels Kanaal is dit 14%, in het oostelijk deel van het Kanaal 17,4% en in het gebied ten zuiden van Ierland is er uit voorzorg een daling met 22,2%.
Ook stijgende quota
We kunnen meer pladijs opvangen in de Noordzee en voor roggen zien we hier een stijging van 81 %. Ook in het Kanaal stijgt het quotum voor roggen met 76,6%. Voor kabeljauw stijgt het bijna overal.
Verenigd Koninkrijk en Noorwegen
Sinds de Brexit worden de vangstrechten voor Belgische vissers vastgelegd in bilaterale en trilaterale akkoorden met het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen. Ook met deze twee landen werd over de vangstmogelijkheden van de gemeenschappelijke beheerde visbestanden een overeenkomst afgeklopt. Onze vissers gaan historisch naar verdere visgronden. De helft van onze vis komt uit Britse wateren. Als gevolg van de Brexit hebben we een verlies aan vangstrechten en er zijn weinig mogelijkheden voor toegang tot alternatieve visgronden. België blijft hier pleiten voor het openblijven van de Noorse wateren voor de Belgische vloot, aangezien deze zone post-Brexit een interessant visgebied kan zijn.
“De socio-economische impact van de visquota is zeer groot voor onze visserijsector. Op mijn vraag engageert het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) zich om de komende maanden in samenwerking met de vissers nog meer gegevens te verzamelen. Zo wil ik dat voor visbestanden, waar uit voorzorg het quotum om de 2 jaar met 20% daalt omdat er te weinig gegevens zijn, een correcte beoordeling krijgen. Daarnaast heb ik gevraagd om het advies voor tong in de Ierse zee opnieuw te berekenen met recente data, wat mogelijk snel kan leiden tot een aanpassing van het wetenschappelijk advies en de vangstrechten. Ondanks de bezorgdheden hebben we zeker voldoende vangstmogelijkheden zodat ieder nog een lekkere tong, pladijs, rog of zeeduivel kan eten. De viskalender van Lekker van bij Ons duidt voor elk seizoen aan welke vis van goede kwaliteit en prijs aangeboden wordt. “