Export geeft zuurstof aan de Vlaamse economie. Door de coronacrisis is de Vlaamse buitenlandse handel sterk afgenomen. Naast een aantal acties ter ondersteuning van de export via Flanders Investment Trade, kent Vlaams minister van Landbouw Hilde Crevits in het kader van de relance 300.000 euro extra toe aan het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM). Die middelen zijn bedoeld om de export van Vlaamse land- en tuinbouwproducten in het buitenland te promoten en om een incubator te ontwikkelen. Zo kunnen we bedrijven beter ondersteunen om bijvoorbeeld witloof op de Mexicaanse markt te brengen.
De agro-voedingsindustrie en de sierteelt zijn belangrijke exportproducten voor Vlaanderen. Ze vertegenwoordigden vorig jaar in onze handelsbalans een positief saldo van bijna 6 miljard euro. Dat is meer dan één derde van ons totale handelsoverschot dat 15 miljard euro bedraagt.
VLAM promoot alle Vlaamse land- en tuinbouwproducten in het buitenland. Het centrum heeft ervaring om de export te versterken op de bestaande afzetmarkten en nieuwe afzetmarkten te zoeken. Om die export te versterken kent Vlaams minister van Landbouw Hilde Crevits 300.000 euro extra toe. De middelen worden hoofdzakelijk voor 2 acties gebruikt:
- Het stimuleren van bedrijven om nog dit jaar deel te nemen aan agrovoedingsbeurzen (100.000 euro): aanmoedigingspremie van 2.500 euro voor een EU-beurs en van 5.000 euro voor een beurs buiten de EU. Op die manier worden onze kwaliteitsvolle en lekkere land- en tuinbouwproducten in het buitenland gepromoot.
- Incubator agrovoeding (200.000 euro): VLAM zal nog dit jaar bedrijven stimuleren om innovatieve ideeën inzake export uit te proberen. Dit kan bijvoorbeeld gaan om het benaderen van bestaande markten met een nieuwe innovatieve aanpak of om het verkennen van nieuwe markten.
Knolselder naar Japan, witloof naar Mexico en appels naar Brazilië
Met de incubator willen we bedrijven ondersteunen om de stap te zetten om nieuwe markten te ontdekken of hun nieuw product op de markt te brengen. De laatste maanden en jaren zien we bijvoorbeeld dat, voor ons, gewone producten zoals knolselder, witloof of spruitjes heel gegeerd zijn in respectievelijk Japan, Mexico en Zuid-Korea. Met de incubator kunnen we bedrijven ondersteunen om die knolselder, dat witloof en de spruitjes daar nog meer op de markt te krijgen. In India bijvoorbeeld eet men vaak partjes appel als fingerfood. Nu is er een nieuwe variëteit van appels, die lekker zoet is en niet verkleurt als die in partjes wordt gesneden. Die appel op de markt brengen in India zou door de incubator een boost kunnen krijgen. Sinds kort mogen we met onze appelen en peren naar Brazilië. Onze bedrijven zetten die stap nu nog niet, maar met steun van de incubator zullen ze die stap misschien wel zetten, zodat een hele nieuwe markt voor hen kan opengaan. Daarnaast kan de incubator ook een rol spelen om onze bedrijven te ondersteunen om in te spelen op de lokale manier van promotie voeren in derde landen.
VLAM zal een extern team van specialisten uit de agro- en economische wereld, de overheid en academici in een panel samenbrengen dat de ingediende initiatieven zal beoordelen. VLAM wil bedrijven dus niet enkel subsidies geven, maar investeren in hun plannen om een meer structureel relancebeleid voor de agrovoeding en sierteelt vorm te geven.
Vlaams minister van Economie en Landbouw Hilde Crevits: “Naar aanleiding van de coronacrisis is het noodzakelijk om maatregen voor onze export te nemen. De Vlaamse agro-voeding- en sierteeltbedrijven voeren de meeste van hun producten uit naar het buitenland. Dat gaat bijvoorbeeld over appelen en peren, over knolselder dat nu gegeerd is in Japan en over azalea’s. Daarom geven we VLAM 300.000 euro extra om onze bedrijven daarbij zo goed mogelijk en innovatief te begeleiden.”