Minister Crevits neemt samen met de sector maatregelen voor strikter financieel beleid in de woonzorgcentra

Publicatiedatum

Deel dit artikel

Dagelijks zetten duizenden gemotiveerde medewerkers zich in voor de bewoners in onze woonzorgcentra. Gepaste zorg en ondersteuning bieden aan iedere bewoner vergt van ieder woonzorgcentrum een professioneel beheer. Er zijn de voorbije maanden een aantal berichten verschenen over financiële problemen in bepaalde woonzorgcentra. Ook over de stijgende dagprijzen maken bewoners zich zorgen.  Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits is de laatste maanden in gesprek gegaan met de 3 koepels (Zorgnet-Icuro, VVSG en VLOZO) en de Vlaamse ouderenraad. Dit overleg liep constructief en heeft geleid tot een reeks financiële maatregelen, die ook zuurstof laten voor sociaal ondernemerschap.   

“Bewoners in woonzorgcentra moeten waar krijgen voor hun geld. De overheid financiert in grote lijnen ongeveer 60% van de totale kost voor het verblijf in een woonzorgcentrum, de rest betaalt de bewoner. De meeste woonzorgcentra springen juist en professioneel om met de middelen die ze ter beschikking hebben. Maar de afgelopen maanden bereikten ons helaas enkele berichten van woonzorgcentra waar dat niet zo was. Daardoor kwam de hele sector in een slecht daglicht. Ik ben daarom rond de tafel gaan zitten met de koepels en de Vlaamse Ouderenraad om samen maatregelen te nemen. Dit gesprek liep zeer constructief, ik merkte draagvlak om hier op positieve wijze iets aan te doen. Zo zal er geen vrije prijszetting meer mogelijk zijn en komen er striktere financiële regels die de stabiliteit in de bedrijfsvoering ten goede komen. Het doel is ook om te komen tot een volledig transparante boekhouding. Dat is een grote transitie voor de sector en zeker niet evident. Woonzorgcentra zullen daarom ook kunnen rekenen op de nodige steun en expertise. We maken hiervoor 12 miljoen euro vrij.”  -  Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits  

 

Striktere financiële regels

Het is belangrijk dat woonzorgcentra een stabiele bedrijfsvoering en zorg kunnen garanderen op lange termijn. Het kapitaal moet beschikbaar blijven voor de kernopdracht van de organisatie: de continuïteit van de zorg voor de bewoners. Daarom worden enkele bijkomende maatregelen genomen om de financiële weerbaarheid van woonzorgcentra te versterken en te vermijden dat er complexe financiële constructies opgezet worden om kapitaal weg te trekken. Afhankelijk van het type maatregel is deze van toepassing op zowel de private als de publieke woonzorgcentra.

 

  1. Voorzieningen met een negatief eigen vermogen moeten dit melden en een concreet plan voorleggen om het eigen vermogen aan te zuiveren. Het eigen vermogen is een belangrijke parameter voor de financiële gezondheid van een organisatie. Als het eigen vermogen negatief is dan zijn er meer schulden dan bezittingen en kan de continuïteit van de dienstverlening voor de bewoners en het personeel in het gedrang komen.
  2. Voortaan komt er een controle op de intrestvoet die wordt aangerekend op een lening aan woonzorgcentra vanuit een derde partij die geen financiële instelling of overheid is. Zo willen we vermijden dat er onredelijk hoge intrestvoeten worden doorgerekend ten koste van het woonzorgcentrum.
  3. Het geven van giften en waarborgen aan derden wordt beperkt om te vermijden dat woonzorgcentra garant staan voor de schulden van andere organisaties, wat de eigen financiële stabiliteit aantast.
  4. Risicodragende beleggingen worden beperkt zodat de eventuele reserves ter beschikking blijven voor de zorgverlening.

 

Daarnaast worden de financiële controles opgevoerd. Hiervoor worden 4 extra financiële inspecteurs aangeworven en 4 medewerkers voor de opvolging en handhaving van de financiële maatregelen.

 

Steun voor invoeren van transparante boekhouding

Het afgelopen jaar werd samen met de sector hard gewerkt aan het nodige kader om tot een sectorspecifieke transparante boekhouding te komen.

 

De bedoeling is om deze vanaf 2024 gefaseerd uit te rollen. Ieder woonzorgcentrum zal vanuit zijn eigen boekhouding rapporteren volgens een uniform sjabloon waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen de woon-, leef-, zorg- en organisatiecomponenten. Dat zal niet alleen transparantie bieden over de verkregen subsidies, maar ook over de factuur van de bewoner. Woonzorgcentra zullen op hun beurt gesterkt worden in hun financieel beleid, gezien de verbeterde vergelijkbaarheid tussen voorzieningen.

 

In een prepiloot fase in de zomer van 2023 werd bij een eerste groep van woonzorgcentra een eerste sjabloon uitgetest. Uit deze fase bleek dat er grote verschillen zijn in boekhoudkundige maturiteit en omkadering tussen woonzorgcentra. Na gesprekken met de koepelorganisaties in de ouderenzorg wordt deze nood erkend en blijkt het noodzakelijk om te investeren in de boekhoudkundige expertise opbouw in de woonzorgcentra.

 

Vlaams minister Hilde Crevits trekt daarom bijkomend 12 miljoen euro steun uit zodat woonzorgcentra de nodige investeringen kunnen doen om deze transparante boekhouding in te voeren.

 

Dagprijscontrole

Ook de dagprijsreglementering wordt aangepast. Een actualisatie was nodig gezien de sterk gewijzigde economische context de woonzorgcentra voor uitdagingen stelt en de betaalbaarheid onder druk zet. Om de dagprijzen voor de bewoners onder controle te houden, zal er geen vrije prijszetting meer mogelijk zijn voor nieuwe voorzieningen, zoals dat vandaag wel nog het geval was. Ook initiatiefnemers, die een nieuw woonzorgcentrum willen opstarten, zullen de dagprijs moeten verantwoorden op basis van de kosten die ze maken. Er komt ook een beperking op de huurkost die kan worden doorgerekend in de dagprijs bij nieuwbouw. Zo creëren we een level playing field tussen woonzorgcentra die zelf eigenaar zijn van het gebouw, dan wel het gebouw huren. 

 

Tegelijk zorgen we er voor dat woonzorgcentra financiële reserves kunnen opbouwen zodat ze kunnen blijven investeren in de zorg van de toekomst. Zo is het noodzakelijk dat er de komende jaren een stuk van het patrimonium wordt gerenoveerd en bijgebouwd gezien de vergrijzingsgolf. Daarbij vermijden we wel dat de huidige bewoners geconfronteerd worden met een te forse stijging van de dagprijs.

 

Vandaag is het zo dat woonzorgcentra slechts 1 keer om de 365 dagen hun dagprijs kunnen indexeren volgens de evolutie van de consumptieprijsindex. Maar in tijden van zeer hoge inflatie is dit nefast. Woonzorgcentra moeten dan gedurende maanden de gestegen inflatie voorfinancieren en dit leidt tot zeer hoge, plotse stijgingspercentages voor de bewoners. Het indexactiemechanisme wordt daarom voortaan aangepast aan de indexering van de pensioenen.

 

"De Vlaamse Ouderenraad is tevreden om voor het eerst betrokken te zijn bij het overleg tussen het kabinet en de zorgkoepels over het dagprijsbeleid van woonzorgcentra, de indexering en de bescherming van bestaande bewoners bij andere prijsverhogingen. In deze complexe evenwichtsoefening tussen de betaalbaarheid van wonen en leven voor de bewoners enerzijds, en de financiële levensvatbaarheid van onze woonzorgcentra anderzijds lukte het om een akkoord te bereiken. We zien hierin enkele verbeteringen voor de huidige bewoners van woonzorgcentra. Tegelijk blijven we hameren op betaalbare residentiële zorg, vandaag en in de toekomst. Daarom blijft de broodnodige verhoging van het zorgbudget noodzakelijk. We kijken alvast uit naar overleg over de nodige boekhoudkundige transparantie van de woonzorgcentra en financiële maatregelen.” – Marijke Dheedene – Directeur Vlaamse Ouderenraad

 

“Deze nieuwe richtlijnen bieden de bewoners een betere voorspelbaarheid van de dagprijzen tijdens hun verblijf. We zijn blij dat bij een indexering van de pensioenen er ook automatisch een indexering van de dagprijzen komt. Dat is logisch en ook nodig om de woonzorgcentra financieel leefbaar te houden. Belangrijk is ook dat woonzorgcentra beperkte financiële reserves mogen opbouwen om innovaties te kunnen realiseren.” – Margot Cloet – Gedelegeerd bestuurder Zorgnet-Icuro

 

“Het nieuwe indexeringsmechanisme maakt de ouderenzorg meer voorspelbaar. Voorspelbaarheid is in de eerste plaats belangrijk voor onze bewoners, maar ook voor de woonzorgvoorzieningen die een gezond economisch en financieel beleid willen voeren. Ook voor strengere financiële regels is er begrip.  In de zorgsector is immers geen plaats voor cowboys.” – Johan Staes – Gedelegeerd bestuurder VLOZO

 

“De VVSG vindt de actualisering van het Vlaamse dagprijzenbeleid een stap in de goede richting. Administratieve vereenvoudiging, betaalbaarheid voor de gebruiker en de financiële leefbaarheid van de voorziening staan voorop in de voorgestelde bijsturingen, zaken waar de VVSG ook al lang voor ijvert.” - Wim Dries - voorzitter VVSG

Nieuws

160 extra plaatsen en specifieke hulp voor kinderen met een handicap

Vandaag bespreekt de commissie welzijn van het Vlaams Parlement op voorstel van minister Crevits het nieuwe decreet geïntegreerd jeugd- en gezinsbeleid goed. Dat decreet verbindt de preventieve gezinsondersteuning met de integrale jeugdhulp. Die verbinding was al een rode draad in het crisis- en investeringsplan voor de jeugdhulp. Minister Crevits heeft heel wat extra middelen geïnvesteerd om de grote noden te ledigen. Zo werd onder meer de crisishulp uitgebreid en versterkt, werd er stevig geïnvesteerd in OverKophuizen en in het versterken van de thuisbegeleiding bij uithuisplaatsing. Nu zal ook de capaciteit van een aantal VAPH-voorzieningen voor minderjarigen worden versterkt en uitgebreid en voor kinderen met de meest complexe noden. Het gaat om een versterking van 10 miljoen euro.

Vlaanderen legt subquota vast voor specialisatie-opleidingen arts en tandarts in 2027

Vlaamse Regering heeft op voorstel van Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits en Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts de toegang tot de verschillende opleidingen tot specialisaties voor artsen en tandartsen in 2027 vastgelegd. Dat gebeurt rekening houdende met de voorstellen van de Vlaamse Planningscommissie. Het gaat om de toegang voor arts-specialisten en tandarts-specialisten. 

Zelfdoding bij jonge vrouwen blijft belangrijk aandachtspunt

In 2022 waren er in Vlaanderen 1.024 zelfdodingen. Dat is een stijging van 3,7% in vergelijking met 2020. Dat meldt Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits. Sinds 2020 is het aantal suïcides bij vrouwen met 17,8% gestegen. In 2021 was er nog een globale daling ten opzichte van 2020. Maar deze nieuwe cijfers van 2022 tonen aan dat zelfdoding een grote maatschappelijke uitdaging blijft. Daarom zet het actieplan suïcidepreventie in op verschillende nieuwe acties om de doelstelling van 10% minder sterfte door suïcide tegen 2030 te halen.