Overgangsperiode kind-begeleiderratio van start

Publicatiedatum

Deel dit artikel

Om de kwaliteit in de kinderopvang te verhogen en de werkdruk te verlichten heeft de Vlaamse Regering beslist om de kind-begeleiderratio stapsgewijs te verlagen. Kinderopvanginitiatieven krijgen 3 jaar de tijd om hun organisatie aan te passen. Om hen daarbij te ondersteunen, ontvangen kinderopvangorganisatoren sinds het nieuwe jaar een verhoogde subsidie. Zij staan in totaal in voor meer dan 89.000 plaatsen in de kinderopvang. 

 

“Om de job aantrekkelijker te maken en uitstroom te vermijden, verlagen we de werkdruk in de kinderopvang door o.a. de kind-begeleiderratio te verlagen. Dit verhoogt ook de kwaliteit van de interactie van de kinderbegeleiders met de kinderen. Om kinderopvangorganisatoren te helpen extra personeel te vinden, voorzien we nu al in een subsidie voor hun inspanningen. Kinderdagverblijven die de ratio wel al halen worden daar ook voor vergoed met een volledige subsidie op het einde van het jaar. We zetten ook 50 mentoren in die kunnen helpen bij de aanwerving van kinderbegeleiders en die begeleiding op de werkvloer voor kinderbegeleiders in opleiding kunnen ondersteunen.” Vlaams minister van Gezin Hilde Crevits 

 

De Vlaamse Regering heeft in september beslist om de ratio stelselmatig te verlagen naar 1 begeleider per 5 kinderen in groepen met enkel baby’s tot 12 maanden, 1 begeleider per 8 kinderen in groepen met enkel kinderen vanaf 12 maanden en 1 begeleider per 7 kinderen in gemengde groepen.  

 

Overgangsperiode van start 

Opvanginitiatieven krijgen 3 jaar de tijd om zich aan te passen aan de nieuwe ratio. De overgangsperiode is sinds januari van start en loopt tot 1 januari 2027. Daarna gaat de nieuwe kind-begeleiderratio definitief in voege. 

 

Om zich hieraan aan te passen, krijgt alle kinderopvang die door Vlaanderen gesubsidieerd wordt een hogere subsidie. De bedragen staan nu al op hun rekening. Het gaat over meer dan 89.000 plaatsen. 

 

Voor de groepsopvang gaat het om 1.040 euro extra per plaats per jaar voor kinderopvanginitiatieven, goed voor zo’n 60.800 plaatsen. Al wie dit jaar al de ratio realiseert, kan daar nog eens zo’n 690 euro bovenop krijgen. Voor de verlaging van de ratio trekt de regering in totaal 118 miljoen uit.  

 

Ook de zelfstandige onthaalouders krijgen een hogere subsidie uitbetaald  om een betere kind-begeleiderratio mogelijk te maken. Hun basissubsidie wordt opgetrokken van zo’n 500 euro tot 2.000 euro per plaats per jaar, een verhoging met zo’n 1.500 euro per plaats per jaar. Er zijn ongeveer 1.200 plaatsen bij zelfstandige onthaalouders.  

 

Voor zo’n 4.000 aangesloten onthaalouders stijgt de onkostenvergoeding  van 25,27 naar 28,15 euro per kind per dag, goed voor zo’n 27.000 plaatsen. Voor een onthaalouder die gemiddeld 4 kindjes opvangt betekent dit een verhoging met zo’n 250 euro per maand. Deze verhoogde onkostenvergoeding is fiscaal vrijgesteld. Hiervoor werd een budget voorzien van 14 miljoen euro. Er komt ook een starters- en renovatiepremie voor onthaalouders dit jaar, daar trekt de regering 1, 8 miljoen euro voor uit. Daarnaast is er 7,5 miljoen euro voorzien om 350 VTE onthaalouders te laten instappen in een werknemersstatuut.  

 

4 keer zoveel subsidie 

Naast de budgetten voor de verlaging van de ratio gaan sinds januari nog enkele andere maatregelen in voege om de leefbaarheid van kinderopvanglocaties te ondersteunen. Zo wordt de basissubsidie voor initiatieven die aan vrije prijs (T1) werken verhoogd naar 3.000 euro. Het gaat om een stijging van 1.618 euro per plaats per jaar voor zo’n 11.000 plaatsen. Ter illustratie: een kinderopvanglocatie die 5 plaatsen voor kinderen voorziet, krijgt dit jaar zo’n 8.090 euro extra. In totaal wordt hiervoor 26,8 miljoen voorzien. 

 

Door eerdere maatregelen vorig jaar steeg de basissubsidie van deze groep kinderopvanginitiatieven (T1) al met 50%.  

 

Samen met het budget voor de ratio krijgt een opvang met enkel basissubsidie (T1) vanaf begin 2024 zo’n 4.000 euro subsidie per plaats per jaar. Dankzij de verschillende maatregelen gaat het om 4 keer zoveel ten opzichte van vroeger. In 2022 kregen zij nog 890 euro per plaats per jaar. 

Nieuws

160 extra plaatsen en specifieke hulp voor kinderen met een handicap

Vandaag bespreekt de commissie welzijn van het Vlaams Parlement op voorstel van minister Crevits het nieuwe decreet geïntegreerd jeugd- en gezinsbeleid goed. Dat decreet verbindt de preventieve gezinsondersteuning met de integrale jeugdhulp. Die verbinding was al een rode draad in het crisis- en investeringsplan voor de jeugdhulp. Minister Crevits heeft heel wat extra middelen geïnvesteerd om de grote noden te ledigen. Zo werd onder meer de crisishulp uitgebreid en versterkt, werd er stevig geïnvesteerd in OverKophuizen en in het versterken van de thuisbegeleiding bij uithuisplaatsing. Nu zal ook de capaciteit van een aantal VAPH-voorzieningen voor minderjarigen worden versterkt en uitgebreid en voor kinderen met de meest complexe noden. Het gaat om een versterking van 10 miljoen euro.

Vlaanderen legt subquota vast voor specialisatie-opleidingen arts en tandarts in 2027

Vlaamse Regering heeft op voorstel van Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits en Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts de toegang tot de verschillende opleidingen tot specialisaties voor artsen en tandartsen in 2027 vastgelegd. Dat gebeurt rekening houdende met de voorstellen van de Vlaamse Planningscommissie. Het gaat om de toegang voor arts-specialisten en tandarts-specialisten. 

Zelfdoding bij jonge vrouwen blijft belangrijk aandachtspunt

In 2022 waren er in Vlaanderen 1.024 zelfdodingen. Dat is een stijging van 3,7% in vergelijking met 2020. Dat meldt Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits. Sinds 2020 is het aantal suïcides bij vrouwen met 17,8% gestegen. In 2021 was er nog een globale daling ten opzichte van 2020. Maar deze nieuwe cijfers van 2022 tonen aan dat zelfdoding een grote maatschappelijke uitdaging blijft. Daarom zet het actieplan suïcidepreventie in op verschillende nieuwe acties om de doelstelling van 10% minder sterfte door suïcide tegen 2030 te halen.