Vlaams parlement legt belangrijke rechten vast rond privacy en bezoek voor kinderen en jongeren in jeugdhulp

Publicatiedatum

Deel dit artikel

Het Vlaams parlement heeft het vernieuwde decreet van Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits rond de rechten van minderjarigen in de jeugdhulp goedgekeurd. Het decreet regelt afspraken rond privacy en contact met de familie, het recht op gezondheidszorg, vrije tijd en onderwijs, inspraak en participatie, bezoek en duidelijke regels voor fouillering, afzondering en fixatie Het decreet maakt heel duidelijk welke rechten kinderen en jongeren hebben als ze in de (residentiële) jeugdhulp begeleiding krijgen. Het decreet regelt de verhouding tussen de minderjarigen, hun ouders, de diensten en de voorzieningen die jeugdhulp aanbieden.

“Net als de samenleving verandert ook de jeugdhulp en de manier waarop we naar kinder- en jongerenrechten kijken. Het bestaande decreet is meer dan 20 jaar oud, en dus hebben we aan wetenschappers gevraagd welke zaken we best opnemen en vernieuwen in een decreet en zijn op die basis met alle betrokkenen in gesprek gegaan om tot deze nieuwe teksten te komen. Hoe zit het met mijn privacy in de jeugdhulp? Mag iemand mijn kamer of mijn spullen doorzoeken? Wat met vrije tijd of bezoek van vrienden en familie? Moet ik mijn smartphone afgeven? Kan ik nog naar mijn gewone school? Kan ik in de jeugdhulp gestraft worden? Allemaal thema’s die een antwoord krijgen in dit vernieuwde decreet. We versterken de rechten van kinderen en jongeren, en daar waar we ze noodgedwongen moeten inperken, versterken we de rechtswaarborgen. Dat gebeurt bijvoorbeeld in situaties van afzondering en fixatie. Daarbij is een goede communicatie tussen kinderen, jongeren, ouders en hulpverleners van groot belang. Daarom zal de actualisering van het decreet worden vertaald naar begrijpelijke taal in brochures en op het internet.” - Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits

 

Aan de basis van de wijzigingen ligt een onderzoek naar de rechtspositie in gesloten settings van het Steunpunt Welzijn Volksgezondheid en Gezin (Gesloten opvang van minderjarigen in Vlaanderen: een rechtspositieregeling, 2021) waarin uit een internationale vergelijking duidelijk werd aangegeven welke rechten Vlaanderen beter kan regelen. Ook de intersectorale richtlijn voor de preventie en toepassing van afzondering en fixatie in de brede residentiële jeugdhulp werd in het decreet opgenomen, zodat kinderen en jongeren voor deze zeer gevoelige thema’s rechtswaarborgen krijgen. Op die manier wil minister Crevits internationaal opnieuw de toon zetten rond de rechten van kinderen en jongeren in de jeugdhulp.

 

Bij alle wijzigingen ligt veel nadruk op participatie en dialoog met het kind of de jongere en de ouders of de opvoedingsverantwoordelijken. Met dit decreet wil minister Crevits dat jongeren zo gewoon mogelijk kunnen opgroeien, iets wat alle jongeren in de jeugdhulp altijd sterk benadrukken. Daarnaast wordt er ook aandacht besteed aan het recht op vrije tijd en het recht op een aangenaam leefklimaat. Waar rechten uitzonderlijk worden ingeperkt, worden daar vanaf nu striktere voorwaarden aan gekoppeld.

 

Privacy en contact met familie

Veel jongeren in een jeugdhulpvoorziening geven aan dat ze een gebrek aan privacy ervaren. Daarom werd het recht op een eigen kamer, eigen spullen en eigen kleding ingeschreven. Met deze wijziging wil minister Crevits hier meer aandacht aan geven.

 

Ook het recht op bezoek en contact met familie is nu beter uitgewerkt. Als er geen bezoek mogelijk is, moet dit vanaf nu beter gemotiveerd worden ten aanzien van het kind of de jongere in kwestie. Anderzijds krijgen voorzieningen ook de kans om bezoek te beperken als dat in het belang is van de veiligheid van het kind. Je kan je voorstellen dat een kind dat bedreigd wordt of achternagezeten door bijvoorbeeld een tienerpooier, niet graag bezoek krijgt van de pooier, maar dat misschien zelf niet durft beslissen. In afwachting van een beslissing van de jeugdrechter kan in dergelijke situatie een voorziening nu zelf beslissen zo’n bezoek te verbieden.

 

Maar ook andere vormen van contact met familie en/of vrienden – zoals het gebruik van internet en sociale media – werden duidelijk ingeschreven in het vernieuwde decreet.

 

Onderwijs

Elk kind of jongere in Vlaanderen heeft recht op onderwijs. Dit recht werd nu uitdrukkelijk ingeschreven in het vernieuwde decreet. Dat onderwijs vindt het best plaats in de school die de jongere al kent, maar als dat niet lukt omdat het niet kan of niet mag van de jeugdrechter, dan wordt er echt onderwijs in de voorziening geregeld. Minister Crevits vindt het belangrijk dat onderwijs en jeugdhulp hier samen op inzetten, want onderwijs is de beste manier om opnieuw aansluiting te vinden bij het gewone opgroeien en een toekomst uit te bouwen.

 

Vrijheidsbeperkende maatregelen

Voorzieningen zullen ook sterk focussen op een preventiebeleid, zodat het gebruik van afzondering en fixatie vermeden wordt. Als het toch gebeurt, kan dit enkel onder strikte voorwaarden. Zo moet er een ernstig en acuut gevaar zijn voor het kind of de jongere zelf of de omgeving vooraleer er wordt overgegaan tot afzondering of fixatie. Daarbij moet deze maatregel bijvoorbeeld een laatste redmiddel zijn. Het mag niet langer duren dan nodig en gebeurt deze op maat van de minderjarige of de ouders. De minderjarige moet tijdens de maatregel de mogelijkheid hebben om in contact te staan met een jeugdhulpverlener. Fixatie om ontwikkelingskansen te stimuleren, kan dan weer wel nog. Denk hierbij bijvoorbeeld aan personen met een ernstige motorische handicap voor wie fixatie nodig is om een wandeling in een rolstoel te kunnen maken. Maar ook hier moet er een uitgewerkt beleid rond zijn en zijn voorafgaand overleg en goede afspraken met de kinderen zelf en de ouders noodzakelijk.

 

Participatief traject

 

Het nieuwe decreet werd vooraf voor advies voorgelegd aan de Vlaamse Raad Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en aan de Vlaamse jeugdraad. De teneur van die inhoudelijke adviezen is positief. Er is ook veel waardering voor het uitgebreid participatief traject dat aan het decreet voorafging.

 

In het Jaarverslag van de Commissie van Toezicht op de Jeugdinstellingen vraagt de kinderrechtencommissaris onder meer om in te zetten op een positief leefklimaat, aandacht te hebben voor privacy en contacten met familie en vrienden, disproportionele afzondering onder dwang te vermijden en zorgzaam en alert te zijn bij fouilles. Met dit decreet geeft de minister gehoor aan belangrijke aanbevelingen en aandachtpunten, die door de commissie werden geformuleerd.

 

“De rechten van kinderen in voorzieningen zijn vandaag opnieuw een heel actueel debat. Ik ben bijzonder opgetogen dat we dit decreet, na een heel participatief traject met grote betrokkenheid van zowel cliënten, ouders als voorzieningen en administraties, in het parlement kunnen stemmen. Het is tekenend voor de tomeloze inzet en het grote verantwoordelijkheidsgevoel van zovelen in de jeugdhulp, en ondanks de grote uitdagingen die er liggen op vlak van het vinden van voldoende personeel, bereid zijn om de mouwen op te stropen om dit decreet in het belang van de kinderen in de praktijk om te zetten. We mogen fier zijn op onze jeugdhulp.” - Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits 

Nieuws

Vlaamse Regering keurt proefproject goed voor elektronische monitoring bij jongeren

De Vlaamse Regering zet op voorstel van de Vlaamse ministers van Welzijn en Justitie Hilde Crevits en Zuhal Demir het licht op groen om elektronische monitoring mogelijk te maken voor jongeren die een delict plegen. De komende maanden wordt een proefproject opgestart, waarbij jeugdrechters in Antwerpen elektronische monitoring als reactie na een jeugddelict kunnen opleggen. Jongeren en hun directe omgeving worden daarbij gemonitord via een enkelband en intensief en op maat begeleid. Bij een positieve evaluatie na een periode van één jaar wordt elektronische monitoring stapsgewijs toegepast in andere gerechtelijke arrondissementen in Vlaanderen.

 

357 extra onthaalouders kunnen overschakelen naar werknemersstatuut

357 VTE onthaalouders die dat willen, kunnen omschakelen naar het werknemersstatuut. Dat maakt Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits bekend. Met dat statuut zijn onthaalouders voor hun inkomen niet meer afhankelijk van het aantal kinderen dat ze opvangen, maar krijgen ze de zekerheid van een vast maandelijks loon. Ook het loon van de bestaande onthaalouders werknemers stijgt, daarover werden recent afspraken gemaakt binnen het paritair comité.

 

Zorgzame Buurten krijgen positieve evaluatie, onderzoekers wijzen op belang van duurzame verankering voor de toekomst

Zorgzame Buurten slagen erin  informele netwerken op te richten en buurtbewoners te bereiken die anders niet bereikt of betrokken worden. Bewoners van een zorgzame buurt vinden ook sneller de weg naar professionele diensteverlening en professionals vinden elkaar sneller over de sectoren heen. Deze positieve evaluatie kregen gisteren meer dan 750 personen te horen tijdens het Symposium rond Zorgzame Buurten. Minister Crevits is tevreden, en ziet dat er dankzij de Zorgzame Buurten zaadjes zijn gepland waar nog meer buurten mee aan de slag kunnen om ook hun Zorgzame Buurt te organiseren. Op het symposium werd ook een toolbox voorgesteld waarmee de Zorgzame Buurten verder aan de slag kunnen en nieuwe buurten kunnen starten.