Op voorstel van Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits heeft de Vlaamse Regering het licht op groen gezet voor investeringen in 15 centra voor herstelverblijf. Centra voor herstelverblijf vormen een belangrijke schakel voor patiënten in hun genezingsproces tussen het ziekenhuis en thuis waar zowel de federale als de Vlaamse regering in investeren.
“In centra voor herstelverblijven kunnen mensen die herstellen van een operatie, een zware aandoening of een ongeval terecht voor opvang, verzorging en revalidatie. Een team van artsen, verpleegkundigen, sociaalassistenten of psychologen staan paraat om de herstelperiode in goede banen te leiden. In samenspraak hebben de federale en de Vlaamse Regering beslist om elk tegemoet te komen aan een deel van de kosten. Voor Vlaanderen betekent dit dat 15 centra vanaf dit jaar op een tegemoetkoming kunnen rekenen.” Hilde Crevits
Centra voor herstelverblijf staan in voor de tijdelijke opvang en revalidatie van mensen die een heelkundige ingreep hebben ondergaan of in behandeling zijn voor een ernstige aandoening. Het gaat om patiënten die een ziekenhuisopname achter de rug hebben en/of geen ziekenhuis gebonden medische zorgen nodig hebben. Tijdens een herstelverblijf gaat er aandacht naar de revalidatie, zelfredzaamheid, zelfzorg en ondersteuning van de mantelzorg.
Midden vorig jaar is er door de ministers van Volksgezondheid beslist om in een cofinanciering te voorzien voor de erkende centra voor herstelverblijf. Vlaanderen voorziet vanaf dit jaar in subsidies die dienen als tussenkomst voor de werkingskosten en bepaalde loonkosten. De werkingsmiddelen omvatten onder meer de loonkosten voor niet medisch/ondersteunend personeel, de verbruiksgoederen, de energiekosten enz. De zorgkosten worden gedeeltelijk gefinancierd door de federale overheid.
Voor Vlaanderen gaat het concreet om 15 centra voor herstelverblijf met 833 erkende verblijfsplaatsen. Per erkende plaats wordt in een bedrag van 1.260 euro per jaar voorzien. Samen kunnen ze rekenen op ruim 1 miljoen euro. Het gaat om het Zorgverblijf Hooidonk in Zandhoven, Aquamarijn in Kasterlee, Heydeveld in Opwijk, Paaleyck in Kappelle-op-den-Bos, Moutershof in Meise, Melderthof in Lummen, ’t Neerhof in Brakel, Huis Coppens in Eeklo, Ter Lokeren in Lokeren, Lovenbos in Lievegem, Reva ter Sig in Lebbeke, De Mouterij in Aalst, Duneroze in De Haan, Ter Duinen in Nieuwpoort en Koninklijke Villa in Oostende.